God in een doosje

Handelingen 7

44 Bij onze vaderen in de woestijn was de tent van de getuigenis, zoals Hij Die tot Mozes sprak, hem had opgedragen deze te maken overeenkomstig de afbeelding die hij gezien had. 45 Ook brachten onze vaderen die, nadat zij hem ontvangen hadden, met Jozua in het land dat de heidenen bezaten die God voor onze vaderen uit verdreven heeft. Zo bleef het tot de dagen van David toe, 46 die genade vond in de ogen van God en verlangde een woonplaats te vinden voor de God van Jakob. 47 Maar Salomo bouwde voor Hem een huis. 48 De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt: 49 De hemel is voor Mij een troon en de aarde een voetbank voor Mijn voeten. Wat voor huis zult u dan voor Mij bouwen, zegt de Heere, of wat is de plaats van Mijn rust? 50 Heeft Mijn hand niet al deze dingen gemaakt? (Handelingen 7:44-50)

En weer komt Stefanus met een interessante gedachte om de religieuze leiders uit te dagen om anders te kijken naar God. Want God had Mozes opgedragen om een tabernakel te maken, God had zelfs laten ziet hoe het er uit moest zien. Het moest een plek zijn waar het volk Israël God mocht ontmoeten.

En dan is daar David een andere pilaar van het joodse geloof. Deze David verlangde er naar om een permanente plek voor Gods ontmoetingstent te maken. Uiteindelijk is het Salomo die het dan mag doen. en het wordt een grandioze tempel waar kosten nog moeite gespaard werden. God had Zijn permanente plek gekregen onder het volk.

Maar het is deze zelfde God die door de mond van de profeten duidelijk maakt dat God alles overstijgt. Het is God die Mozes de opdracht gaf voor de bouw van de tabernakel, maar het is dezelfde God die ook laat weten dat Hij niet beperkt is tot die kleine ruimte. De aarde is Zijn voetbank, de hemel is Zijn troon.

God is niet beperkt tot de ruimte die wij Hem geven in ons hoofd. Gods plannen zijn niet altijd zoals wij denken dat het is. Dat God een tabernakel laat bouwen, betekent niet dat Hij Zichzelf beperkt tot die kleine ruimte. God heeft plannen die groter zijn dan wij ons kunnen inbeelden. Gods verlangen en werken beperken zich niet tot wat wij kunnen bevatten.

En elke keer is dit het waar we tegen aan lopen. Omdat wij er niet bij kunnen met onze hersens betekent niet dat God het niet mag doen. God overstijgt alles, God overstijgt de kerk, God overstijgt het heelal. Het hele argument dat we God niet in een doosje moeten doen klopt, maar het is beter als we het op onszelf toepassen dan dat we het elke keer als een argument gebruiken in discussies. God past niet in jouw doosje, Hij heeft plannen waar jij het echt niet mee eens bent, maar Hij doet het toch.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.