4 Wij echter zullen volharden in het gebed en in de bediening van het Woord. (Handelingen 6:4)
Is er een visitatie commissie die deze beschrijving voor een nieuwe voorganger gebruikt? Want blijkbaar vinden de apostelen dat dit de kerntaak van hun werk moet zijn. En we kunnen de bediening van het Woord nog wel begrijpen, maar hoe kan het volharden in gebed nu een onderdeel van ons werk voor God zijn?
Deze mannen hebben ongeveer drie jaar lang met Jezus hier op aarde rondgewandeld. En als we de evangeliën goed bestuderen dan zien we ook dat het leven van Jezus doordrenkt was met gebed. Tussen de regels door kunnen we lezen dat Jezus constant met Zijn Vader in gesprek was. Soms verklapte Jezus ook wat er tussen de Vader en Hem was besproken, zoals Jezus’ woorden over het ziften van Petrus.
Gebed is een focus. Op het moment dat we in gebed zijn dan zijn we op God gericht. Eigenlijk moeten we alle dingen die we doen rondom het gebed even niet doen. Even geen handen samen, even niet de standaard zinnen oplepelen, even niet onze ogen dicht doen, maar gewoon gericht zijn op God. Dat kan met woorden, dat kan zonder woorden.
En dan wordt gebed niet iets wat een voorganger moet kunnen vanaf de kansel. Gebed is dan de persoonlijke relatie die een geestelijk leider heeft met God. En daar willen de apostelen zich op richten. Ze willen net als Jezus heel dicht bij de Vader blijven in het werk dat ze doen. Ze willen net als Jezus leven uit Zijn wijsheid.
Dit is de basis van ons geloof, de basis van wat wij doen in ons christelijk leven. We doen er zoveel omheen dat we vergeten dat God ten eerste om ons hart vraagt. Waar zijn deze apostelen mee bezig? Juist, ze zijn bezig om gericht te blijven op God en daaruit Zijn woord te verkondigen.