De balans

Handelingen 20

32 En nu, broeders, ik draag u op aan God en aan het woord van Zijn genade, aan Hem Die bij machte is om u op te bouwen en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden. 33 Ik heb niemands zilver of goud of kleding verlangd. 34 En u weet zelf dat deze handen dienst hebben gedaan om te voorzien in mijn behoeften, en voor hen die bij mij waren. 35 Ik heb u in alles laten zien dat men, door zo te arbeiden, het moet opnemen voor de zwakken en de woorden van de Heere Jezus in herinnering moet houden, namelijk dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven dan te ontvangen.  (Handelingen 20:32-35)

Ook al laat Paulus deze mannen uit Efeze weten dat ze waakzaam moeten zijn, toch uit hij ook zijn vertrouwen in God. En dat is het grote balans tussen het werk dat wij mogen doen en het werk dat God aan het doen is. En dat is een balans dat zeker niet uit balans moet raken, want alle twee de extremen heeft zijn gevaren.

Het gevaar dat we het allemaal zelf willen doen begrijpen we waarschijnlijk wel. Wij kunnen simpelweg de wereld niet op onze schouders nemen. Maar het andere gevaar is dat we compleet passief worden en alles aan God overlaten. In extreme vorm zijn er zelfs christenen die niet eens weten of ze gered zijn omdat ze niets ‘ervaren’ hebben en een mildere vorm is het passief door het leven gaan als christen. We denken gered te zijn, maar doen er verder eigenlijk weinig mee.

Het werk van de kerk gaat hand in hand met het werk van God. Onze inspanning en verantwoordelijkheid is net zo van belang als die van God. Dit klinkt misschien extreem maar wij zijn wel het onderwerp van het evangelie. Jezus stierf voor ons, God wil ons redden van de eeuwige dood en God verlangt er naar dat wij als kerk het licht van het evangelie de wereld in schijnen.

Het is een balans waarin wij ons aandeel moeten hebben. Een relatie kan nooit uit 1 persoon bestaan, het is minimaal twee. En dat begrijpt Paulus, hij heeft hard gewerkt in de gemeente van Efeze, maar hij begrijpt ook dat hij het nu kan overgeven aan God. God stopt niet met deze gemeente omdat Paulus er vertrok, God gaat juist door waar Paulus stopt.

En daarin mogen deze leiders van de gemeente die bij Paulus op bezoek zijn zich gesterkt voelen. Want God gaat ook door in hen, zij mogen ook onderdeel zijn van die balans. Zij mogen weten dat het niet allemaal hun verantwoordelijkheid is, maar dat ze samen met God deze gemeente mogen leiden. Hand in hand.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.