7 En toen daarover een heftige woordenstrijd ontstond, stond Petrus op en zei tegen hen: Mannenbroeders, u weet dat God lang geleden onder ons mij uitgekozen heeft, zodat de heidenen uit mijn mond het woord van het Evangelie zouden horen, en zouden geloven. 8 En God, de Kenner van de harten, heeft getuigenis aan hen gegeven door hun de Heilige Geest te geven, evenals aan ons; 9 en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd. 10 Welnu dan, waarom verzoekt u God door een juk op de hals van de discipelen te leggen dat onze vaderen en ook wij niet hebben kunnen dragen? 11 Maar wij geloven door de genade van de Heere Jezus Christus op dezelfde wijze zalig te worden als ook zij. (Handelingen 15:7-11)
Petrus gaat nog een stapje verder, want wat Petrus hier nu zegt is dat die regels die men ook aan de nieuwe discipelen wil opleggen een last is die de joden ook niet hebben kunnen gehoorzamen. We moeten het evangelie eerst goed begrijpen voordat we hier een oordeel over kunnen geven.
Als we deze gebeurtenis analyseren dan kunnen we het als volgt bekijken. De leiders in Jeruzalem moeten er achter komen wat de wil van God is. En dat doen ze onder andere door eerst goed te begrijpen wat het evangelie van Jezus nu precies inhoud. Maar ook kijken ze naar hoe God de geschiedenis heeft gestuurd.
En daar kan Petrus heel goed over meepraten, want het is God die hem had uitgekozen om getuige te zijn van hoe Cornelius werd vervuld met de Heilige Geest. En de uitstorting van de Heilige Geest was juist het startsignaal van de huidige gemeente. De Heilige Geest is de stempel die een discipel van Jezus ontvangt als een getuigenis. En als God deze Heilige Geest ook aan de heidenen geeft zonder dat zij zijn besneden hoe kunnen wij dan zeggen dat ze besneden moeten worden om zalig te worden.
Het enige wat een beetje somber stemt in deze bijbel verzen is dat Petrus zegt dat het een lange tijd geleden is dat hij was uitgekozen om naar Cornelius te gaan. Wat is er in al die tussentijd gebeurd? Maar ook aan ons de vraag wat is er al die tijd gebeurd? Waar zijn wij vandaag de dag mee bezig, zijn wij bezig met wat God ons allang heeft verteld, wat allang is beschreven in de bijbel?
Het kennen van de wil van God is niet moeilijk, maar we moeten er wel naar verlangen. Psalm 1 laat ons weten dat we dagelijks mogen verlangen naar (mediteren over) de woorden van God. Petrus zag het, hij hoorde de getuigenissen, hij keek terug naar wat Jezus had gepredikt en hij zag hoe God hem had geleid en trok een conclusie.