De kinderen van Abraham mogen het ook horen

Handelingen 22

1 Mannenbroeders en vaders, luister naar mijn verdediging, die ik nu voor u zal uitspreken. 2 Toen zij hoorden dat hij hen in de Hebreeuwse taal toesprak, hielden zij zich nog stiller. En hij zei: 3 Ik ben een Joodse man, geboren te Tarsus in Cilicië, maar opgevoed in deze stad en aan de voeten van Gamaliël op de meest nauwgezette wijze onderwezen in de wet van de vaderen, een ijveraar voor God zoals u heden allemaal bent. 4 Ik heb deze Weg tot de dood toe vervolgd: ik heb zowel mannen als vrouwen gebonden en overgeleverd in de gevangenissen, 5 zoals ook de hogepriester van mij kan getuigen, en heel de Raad van oudsten. Ik kreeg van hen zelfs brieven voor de broeders mee en ben daarmee naar Damascus gereisd om ook hen die daar waren, geboeid naar Jeruzalem te brengen, opdat ze gestraft zouden worden.  (Handelingen 22:1-5)

Paulus begint een preek voor de mensen die hem het dichts aan het hart liggen. Zijn eigen broeders en zusters staan hier aandachtig te luisteren. Dit is geen vreemdeling of een oproerkraaier, dit is een man die hetzelfde dacht en eigenlijk nog steeds over het algemeen hetzelfde denkt als dat zij denken.

En dat is wat hij hier probeert te doen met zijn eigen introductie. Want een aantal joden had de menigte opgehitst door de persoon Paulus aan te vallen. Natuurlijk zijn het leugens, maar ze maken daarbij een hele grote fout, want als er iemand meer krediet heeft bij de joodse leiders is het eigenlijk Paulus wel. Hij was 1 van hen, hij was meer devoot dan al die leiders bij elkaar en zeker in zijn gevecht tegen de groep waar hij nu bij hoort.

En nogmaals, Paulus probeert hier echt niet zijn eigen reputatie te helpen. Maar voor de mensen in deze massa die echt de waarheid willen weten is het nu wel duidelijk dat Paulus geen rare man is. Hij is een soort geleerde professor die echt wel weet waar hij het over heeft. En dat maakt het het waard om naar hem te luisteren.

We moeten ons realiseren dat als wij oprecht zijn in wat wij doen dat de waarheid zal spreken. Zo gauw we ons best moeten doen om onszelf in allerlei bochten te wringen dan moeten we onszelf eens tegen het licht houden. Paulus was oprecht in zijn haat tegen de christenen, hij zag er helemaal niet verkeerds in. Maar toen hij de waarheid zag, was hij oprecht in zijn liefde voor Jezus.

Paulus zal echt niet het idee hebben gehad dat er een tweede pinksterfeest zou uitbarsten. Maar hij is er wel van overtuigd dat de waarheid ook in Jeruzalem gesproken moet worden. En in de eerste plaats wil hij de mensen laten weten dat de leugens over hem niet kloppen, hij is echt een jood. Een jood die het hele evangelie van de God van Abraham heeft omarmd. En nadat de mensen zien dat Paulus helemaal niet zo gek is, gaat hij dat evangelie verkondigen, daar waar de kinderen van Abraham zijn.

 

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.