Offers

Hebreeen 10:1-10

8 Eerst zegt hij: ‘Offers en gaven hebt u niet verlangd, brand- en reinigingsoffers behaagden u niet’ – daarmee bedoelt hij de offers die volgens de wet worden gebracht. (Hebreeen 10:8)

Dit is een hele gevaarlijke valkuil voor de joden maar ook voor de christenen. In het oude testament had God de offerande ingesteld, maar niet om de offers op zich maar om het hart dat er achter zit. God verlangt een hart dat vraagt om vergeving, een hart dat bewust is van Gods aanwezigheid. Een hart dat God vreest in alles wat het doet.

De valkuil voor de joden was dat ze wel bleven offeren aan God maar dat ze Hem totaal niet vreesden in de rest van hun leven. Ze hielden zich aan de offerande, maar aan de andere kant waren de daden egoistisch. Dat is heel sterk te zien in de geestelijke leiders die Jezus confronteert. En ook de schrijver van de Hebreeen haalt het weer aan, het gaat God niet om de offers die wij brengen maar dat wij Zijn wil doen.

5 Daarom zegt Christus bij zijn komst in de wereld:
‘Offers en gaven hebt u niet verlangd,
maar u hebt mij een lichaam gegeven;
6 brand- en reinigingsoffers behaagden u niet.
7 Toen heb ik gezegd: “Hier ben ik,”
want dit staat in de boekrol over mij geschreven:
“Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’
5 Daarom zegt Christus bij zijn komst in de wereld: ‘Offers en gaven hebt u niet verlangd, maar u hebt mij een lichaam gegeven; 6 brand- en reinigingsoffers behaagden u niet. 7 Toen heb ik gezegd: “Hier ben ik,” want dit staat in de boekrol over mij geschreven: “Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’ (Hebreeen 10:5-7)

Jezus heeft dat gedaan, Jezus heeft de wil van de Vader gedaan. Hij is het ultieme voorbeeld van een leven zonder offers maar een leven dat Hij offerde aan God. En dat is wat God verlangt. Maar onze valkuil is om theologisch gelijk te hebben maar dat we niet alles geven.

Nu offeren wij niet meer zoals de joden dat deden. Maar wat offeren wij? Tijd om naar de kerk te gaan, geld om in de collecte te doen, tijd om goede daden te doen. Maar geven wij ons leven? Het is de grootste valkuil voor een christen die dicht bij de waarheid komt, offers. Want met de offers willen wij ons hele leven afkopen zodat we zelf nog het een en ander kunnen houden.

Jezus deed het niet, hij offerde niets dan alles wat Hij had. Hij offerde Zijn Vader alles wat Hij had en deed, niet Zijn eigen wil maar de wil van de Vader. En om de wil van de Vader te doen moeten we er voor open staan om Zijn wil te kennen. En dat willen we niet, laten wij maar lekker onze eigen offers brengen dan dat we de wil van de Vader doen.

Het is een valkuil om tevreden te zijn met onze offers maar niet de wil van de Vader doen. Jezus heeft het gedaan en wij kunnen Hem daarin volgen.

This entry was posted in 58 Hebreeen. Bookmark the permalink.