Belijdenis

Handelingen 19

18 En velen van hen die geloofden, kwamen hun zondige daden belijden en bekennen. 19 Velen ook van hen die toverkunsten uitgeoefend hadden, brachten hun boeken bijeen en verbrandden die in tegenwoordigheid van allen. En men berekende de waarde ervan en kwam uit op vijftigduizend zilverstukken. 20 Zo nam het Woord van de Heere met kracht toe en werd steeds sterker. 21 En toen dit alles voorbij was, nam Paulus zich in de geest voor door Macedonië en Achaje te gaan om naar Jeruzalem te reizen. Hij zei: Wanneer ik daar geweest ben, moet ik ook Rome zien. 22 En nadat hij twee van hen die hem dienden, naar Macedonië had gestuurd, namelijk Timotheüs en Erastus, bleef hij zelf een tijd lang in Asia. 23 Maar in die tijd ontstond er een niet geringe opschudding over de weg van de Heere. (Handelingen 19:18-23)

Dit is een mooi voorbeeld van bekering. Als we opgroeien in de kerk in Nederland dan is er eigenlijk weinig kans op zo’n moment. We groeien op met gedegen onderwijs, we groeien op in een goed gezin en rollen zo van zondagsschool naar catechisatie en dan de belijdenis. Er is dus niet een moment waarop we ons realiseren dat we even wat moeten veranderen. Sterker nog eigenlijk wordt ons geleerd om ons vooral te realiseren dat we niet kunnen veranderen en we altijd slecht blijven.

Maar het belijden van zonden betekent niet dat we maar blijven oplepelen dat we grootse zondaars zijn. Het belijden van zonden betekent juist dat we erkennen dat het fout gaat en dat we daar wat aan willen doen. We komen dan voor Gods troon om Hem te vertellen dat we er niets van bakken en daarom Hem nodig hebben. We moeten dus niet vertrekken zonder dat er wat gebeurd is van binnen.

Want dat is wel wat er hier gebeurd. Deze mensen erkennen dat ze fout zaten en dat ze nu Jezus willen volgen. De mensen realiseren zich dat het volgen van Jezus niet kan met het oude leven en beginnen daarom hun waardevolle boeken in het vuur te gooien. Wat een heerlijke getuigenis van het werk van God in hun leven. De geestelijke ogen gaan helemaal open, de waarde van die boeken betekent helemaal niets meer.

Maar die mensen verdienen absoluut geen schouderklopje, want dat is wel vaak wat er gebeurd op het moment dat mensen zo radicaal worden. Sommige getuigenissen staan juist in het teken van hoe slecht men was, hoe groot hun zonden was voordat men uiteindelijk voor het kruis terecht kwam. Het gaat er niet om hoeveel die boeken waard waren, het gaat er om dat God aan hen was geopenbaard.

Het is God die aan hen wordt geopenbaard, het is Gods liefde die hen hiertoe aanzet. Het is niet hun eigen gedrevenheid of standvastigheid, het is de openbaring van God en Zijn Zoon de Heere Jezus. En dan hoeven we niet meer bang te zijn voor dit moment, dan mogen we zelfs in de reformatorische kerken dit moment ervaren, want het is God die dit wil doen in ons leven.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.