Geloof alleen

Lukas 9

40 En ik heb Uw discipelen gevraagd hem uit te drijven, maar zij konden het niet. 41 Jezus antwoordde en zei: O ongelovig en ontaard geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? Breng uw zoon hier. 42 Terwijl hij naar Hem toe ging, wierp de demon hem tegen de grond en deed hem stuiptrekken. Maar Jezus bestrafte de onreine geest, genas het kind en gaf het aan zijn vader terug. (Lukas 9:40-42)

In de vorige twee overdenkingen hebben we gekeken naar het onwerkelijke ongeloof van de discipelen en naar de harde bestraffing van Jezus naar dit ongeloof. Hieraan kunnen we toevoegen de woorden van Jezus die Markus beschrijft in het zelfde verhaal: ‘Alles is mogelijk voor degene die gelooft.’

Hoe moeten wij nu naar dit verhaal kijken, wat moeten wij hiervan leren? In vers 42 zien we de autoriteit die Jezus heeft over demonen en ziekten. Jezus bestrafte de onreine geest en Hij genas het kind en gaf het terug aan zijn vader. Is dit wat Jezus de discipelen wil leren?

De feiten: de discipelen hebben ongeloof en Jezus is op z’n zachts gezegd er niet blij mee. Hij had gedacht dat ze nu wel zoveel geloof zouden hebben dat ze dit werk ook wel zouden kunnen doen.

We kunnen deze tekst naast ons neerleggen en naar onze Jezus kijken als machtige Zoon van God die zieken kan genezen en demonen kan bestraffen. We kunnen naar deze tekst kijken en er op wijzen dat het zelfs voor de discipelen niet altijd mogelijk was om zieken te genezen. Of we kunnen luisteren naar wat Jezus, als machtige Zoon van God, wil zeggen.

Jezus verlangt naar geloof in ons leven. Geloof in de Vader dat Hij meer wil doen dan wij van Hem verlangen. Alles is mogelijk voor hen die geloven. Het is niet Jezus, het zijn wij die daar allemaal voorwaarden aan stellen, omdat deze belofte zo absurd lijkt. Maar voor Jezus is de enige voorwaarde: ‘Geloof.’ En waarom zouden wij ons dan zorgen gaan maken over de voorwaarden van deze beloften, is het niet beter als wij gaan werken aan ons geloof.

Paulus heeft het begrepen. Hij noemt de kerk het lichaam van Christus hier op aarde. En daarom verlangde Jezus er naar dat de discipelen zouden leren wat Hij deed. Daarom vertelde Jezus de discipelen om nog meer discipelen te maken. Zodat wij werkelijk net als Jezus in Zijn autoriteit mogen wandelen. Hij is het hoofd en wij zijn de ledematen.

 

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.