Jezus’ frustratie

Lukas 9

37 Het gebeurde de volgende dag, toen zij van de berg afdaalden, dat een grote menigte Hem tegemoet kwam. 38 En zie, een man uit de menigte riep: Meester, ik bid U, kijk toch naar mijn zoon, want hij is mijn enig kind. 39 En zie, een geest grijpt hem en meteen schreeuwt hij; en hij doet hem zo stuiptrekken dat hij schuim op zijn mond krijgt; hij gaat nauwelijks bij hem vandaan en mishandelt hem. 40 En ik heb Uw discipelen gevraagd hem uit te drijven, maar zij konden het niet. 41 Jezus antwoordde en zei: O ongelovig en ontaard geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? Breng uw zoon hier. (Lukas 9:37-41)

Even op een rijtje zetten. De discipelen kunnen een demon niet uitwerpen en Jezus is op de berg en kan dus niet helpen. Als Jezus dan uiteindelijk wel van de berg komt, richt de man zich tot Jezus. Hij beklaagt zich over de discipelen, want het lukte hen niet om deze geest te verdrijven. En Jezus wordt dan boos en noemt de discipelen ongelovig, een generatie die er helemaal niets van begrijpt. En als laatste voegt Hij er aan toe: ‘hoelang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen?’ Wat moeten we uit deze woorden opmaken?

De discipelen hadden blijkbaar deze demon wel moeten kunnen uitdrijven. Ze hadden het geloof niet, maar hadden dat geloof wel moeten hebben. Ze snappen het niet en dat irriteert Jezus en daarom vraagt Hij zich hardop af hoelang Hij bij hen is en hen moet verdragen.

De vraag hoelang Hij nog bij hen zal zijn, kan betekenen dat Hij het zat begint te worden en liever zonder hen verder gaat. Maar waarschijnlijk is dat niet de betekenis. Waarschijnlijk wil Jezus hiermee zeggen dat ze het geloof al hadden moeten hebben, ze kunnen niet altijd op zijn aanwezigheid vertrouwen. Ze zullen volwassen moeten zijn in hun vertrouwen op God.

Een leraar onderwijst zijn leerlingen zodat ze op eigen voeten gaan staan. Dat ze zelf kunnen doen wat de leraar hen onderwijst. Hoelang zal Jezus nog bij hen zijn, hoelang heeft Hij nog de tijd om de fouten op te vangen?

Dit ongeloof is een frustratie voor Jezus en dat moeten we accepteren. De discipelen kunnen deze demon niet uitwerpen omdat het geloof niet groot genoeg. Is Jezus gefrustreerd met ons geloof? Is Jezus gefrustreerd met de kerk van vandaag?

Het wordt tijd dat we als kerk op eigen voeten leren staan, dat we volwassen worden in geloof. Dat ons geloof verder gaat dan het ondertekenen van een schriftelijke belijdenis, maar dat we geloven elk moment van de dag. Geloven dat wij autoriteit hebben ontvangen om demonen uit te werpen, zieken te genezen. Geloven dat wij werkelijk het lichaam van Christus hier op aarde zijn.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.