1 Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk. 2 Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, beheerst, bezonnen, eerbaar, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, 3 niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op schandelijke winst, maar welwillend, niet strijdlustig en zonder geldzucht. (1 Timotheus 3:1-3)
En daarom stopt Paulus ook niet bij het einde van hoofdstuk 2, ook gaat hij niet helemaal over op een ander onderwerp. Nu moet de man het ‘ontzien’. De voorgaande verzen moeten we dus ook in deze context zien. Het gaat om een uitmuntend geestelijk leven, zowel voor de man als de vrouw. De vrouw die haar roeping ziet in het leven van liefde en zorgzaamheid voor het gezin. En de man die naast zijn verantwoordelijkheid in het gezin een verantwoordelijkheid in de kerk op zich mag nemen.
En daar stelt Paulus hele hoge eisen aan. En dat is waar we op gericht moeten zijn bij deze verzen. Wij verplaatsen de discussie vaak naar onnodige verschillen van inzicht, terwijl we gewoon moeten lezen wat er staat. Dit zijn de eisen en zo moeten we naar ons eigen leven kijken. Zo moeten we onszelf confronteren met wat wij van ons leven maken.
Maar waarom zijn de eisen zo zwaar, we zijn toch allemaal mensen met onze gebreken? Zou het juist niet mooi zijn om in die gebrokenheid de gemeente te leiden? Blijkbaar niet, blijkbaar moet het voorbeeld in de gemeente het voorbeeld van Jezus volgen. En misschien zit daar de fout in ons denken, net als bij de positie van de man en de vrouw hebben we te lang onze aandacht op het verkeerde aandachtspunt gericht gehad.
Het zijn de leugens die altijd maar discussiepunten wil verzinnen waardoor we ons niet bezig houden met de kern. We moeten nadenken over onze positie, we moeten nadenken over de juiste theologie, maar wanneer gaan we na denken over ons leven? Wanneer durven we onszelf te confronteren met de aandachtspunten waarmee Paulus hier aan komt zetten?
En dat is het antwoord voor al die problemen over emancipatie en leiderschap. Welke verantwoordelijkheid neem jij in het leven, durf jij oprecht voor God te komen en te zeggen dat jij Hem wil dienen met heel je hart, al je kracht en al je verstand? Dan heb je deze verzen begrepen, dan is jouw liefde voor Hem het belangrijkste in jouw leven.