3 Want Uw goedertierenheid houd ik voor ogen,
ik wandel in Uw waarheid.
4 Ik zit niet bij valsaards,
met huichelaars ga ik niet om.
5 Ik haat het gezelschap van kwaaddoeners,
bij goddelozen zit ik niet. (Psalm 26:3-5)
Vandaag is de boodschap heel simpel, waar je mee omgaat wordt je mee besmet. En dat is wat David God duidelijk maakt, hij wil niet met de mensen omgaan die niets met God te maken wil hebben. Ik wil niet met mensen zijn die het moraal niet zo serieus nemen, mensen die hun tijd ijdel besteden. Ik wil in de waarheid wandelen, de waarheid die in God is.
Jammer genoeg nemen wij deze houding niet zo serieus, onder het mom van niet wereldvreemd worden gaan we toch om met vrienden die er hele andere verlangens op na houden. Maar we moeten ons er van bewust worden dat die wereld echt wel invloed heeft op ons leven. Langzaamaan gaan wij verlangens hebben waarvan we niet wisten dat we die hadden.
David haat het gezelschap van kwaaddoeners. Kwaaddoeners zijn niet alleen de criminelen die in de gevangenis zitten, het zijn mensen die verlangens hebben die niet stroken met de verlangens van God. Het moraal wordt niet bepaald door wat mensen normaal vinden of niet, het wordt bepaald door de Schepper die ons geschapen heeft.
En daarom houdt David de goedertierenheid van God voor ogen, Hij wil wandelen in Gods waarheid. Niet in de waarheid van deze wereld, niet in het flexibele moraal waar zelfs de natuurwetten worden gebroken. En dat moeten wij vast pakken, laat je niet in met de wereld, laat je niet in met wat de mens wil, laat je in met wat God wil doen.
Het is simpel en het is een keuze die we moeten maken. Het wordt misschien gezien als kleinzielig of wereldvreemd, maar liever wereldvreemd, dan een vreemde voor Jezus. Hij heeft de waarheid, Hij heeft het leven, in Hem is het goede, in Hem alleen.