1 Zing vrolijk in de HEERE, rechtvaardigen!
Een lofzang past de oprechten.
2 Loof de HEERE met de harp,
zing psalmen voor Hem met de harp en de tiensnarige luit.
3 Zing voor Hem een nieuw lied,
speel welluidend met vrolijke klanken. (Psalm 33:1-3)
Wie roept David op om een mooi lied te zingen voor de Heere? Daar moeten we misschien even van slikken, maar hij richt zich toch echt op de rechtvaardigen, de oprechten van hart. Wat doen wij dan elke zondag, waarom zingen wij dan die lofliederen, die psalmen. Wij hebben liever discussies over de manier waarop er gezongen wordt, maar het enige wat David doet is de rechtvaardigen oproepen om de Heere te bezingen.
We hebben in eerdere overdenkingen naar aanleiding van Davids psalmen al geconcludeerd dat we toch echt rechtvaardig kunnen zijn. Dat was het hele doel van het kruis, niet om ons schijnrechtvaardig te maken, maar dat de rechtvaardige eisen van de wet werkelijk vervuld worden in ons leven. En de enige manier is om het kruis aan het werk te laten gaan in ons leven.
We moeten werkelijk in afhankelijkheid van Hem leven, een afhankelijkheid die verlangt in gebed. Een afhankelijkheid die het uitroept naar God voor Zijn hand in ons leven. Net als David, dat de Heere onze enige hoop in het leven is. En dan worden wij rechtvaardig, dan wandelen wij samen met Hem in dit leven. En dan hebben wij dus ook wat te loven. Want christenen die niets te loven hebben, hebben ook niet verlangt naar Gods werken in hun leven. Zij zingen psalmen zonder de kracht te hebben gezien.
David roept op tot de rechtvaardigen om de Heere te prijzen. Ze mogen alles gebruiken, als God maar wordt verheerlijkt voor wat Hij in ons leven doet. Want dat is het leven van een rechtvaardige, een rijk leven vol van Gods wonderen en werken. Elke rechtvaardige zal deze psalm lezen en het uitzingen tot de Vader in de hemel. Want alleen van Hem komt ons hoop, alleen uit Hem is onze kracht.
Een rechtvaardige hoopt op God en daarom zal het de rechtvaardige zijn die redenen heeft om God te prijzen. Hij heeft zijn eigen liederen, zijn eigen lofzang en zijn eigen manier. Want voor een rechtvaardige gaat het niet om de manier maar om het leven