8 Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan;
ik geef raad, mijn oog is op u.
9 Wees niet als een paard,
als een muildier, dat geen verstand heeft.
Zijn bek houdt men in toom met bit en toom;
dan kan hij u niet te na komen. (Psalm 32:8-9)
Veel van de waarom vragen die mensen hebben worden in deze twee verzen beantwoord. Veel mensen beschuldigen God van onrechtvaardig gedrag, zelfs veel christenen doen dat in hun onwetendheid. De onrechtvaardigheid die ze zien hier op aarde is Zijn schuld. En de christenen zeggen wel met een vroom gezicht dat God mag doen wat Hij wil doen want Hij is soeverein, maar leggen daarin impliciet wel alle verantwoordelijkheid bij God.
Wij zijn geen slachtoffers van een God die maar doet wat Hij wil. De zondeval is niet Zijn schuld, jouw zonden komen niet bij Hem vandaan. Het is jouw keuze die je maakt, een keuze waarin je jezelf slaaf maakt van de leugenaar. En die leugenaar vertelt ons dat je geen keuze hebt, dat je er niets aan kunt veranderen. Maar jij bent degene die de controle heeft over jouw leven, jij bent degene die keuzes maakt.
Vers 9 laat heel duidelijk zien dat God van ons geen slaven wil maken. Het beeld dat de psalmist gebruikt is die van een paard die zonder verstand doet wat de teugels hem opdragen. Het bit in zijn bek maakt hem monddood. En dat wil God niet, Hij wil dat wij verstand hebben, dat wij keuzes kunnen maken. Maar de vijand dringt er meer en meer op aan om een leven te hebben zonder dat we er over nadenken.
Alles wordt ons opgedragen, het lijkt wel of we geen tijd hebben om er even stil bij te staan hoe we het Koninkrijk van God kunnen toepassen in ons leven. We hebben geen tijd en niet de vrede in ons hart om de leringen van de Vader te overdenken. God geeft raad, Hij wil ons onderwijzen en wij mogen er voor kiezen om naar Hem te luisteren. We zijn niet Zijn slaven, we zijn Zijn kinderen die willen luisteren omdat Hij alle wijsheid heeft.