15 En na die dagen maakten wij ons gereed en gingen naar Jeruzalem. 16 En met ons gingen ook enigen van de discipelen van Caesarea mee; die brachten een zekere Mnason van Cyprus mee, een oude discipel, bij wie wij te gast zouden zijn. 17 En toen wij in Jeruzalem aankwamen, ontvingen de broeders ons met blijdschap. 18 De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus. En al de ouderlingen waren daar gekomen. 19 En nadat hij hen gegroet had, verhaalde hij tot in bijzonderheden wat God door zijn bediening onder de heidenen gedaan had. 20 En toen zij dat gehoord hadden, prezen zij de Heere en zeiden tegen hem: U ziet, broeder, hoeveel duizenden Joden er zijn die geloven; en zij zijn allemaal ijveraars voor de wet. (Handelingen 21:15-20)
We kennen het wel, van die open dagen van zendingsorganisaties, we gaan van kraampje naar kraampje. En in elk kraampje wordt laten zien hoe goed de organisatie bezig is. Of een zendingswerker die tijdens een dienst een presentatie geeft over het werk waarmee ze bezig zijn. Het doel is dan vooral om de band met de mensen die geld geven sterk te houden.
Hier komt Paulus aan in Jeruzalem en ook hij getuigt van het werk waar hij mee bezig is geweest. Het contrast is sterk, Paulus getuigt hier niet van het werk om daarmee aan te geven dat hij echt een goed doel is, hij getuigt om de mensen in Jeruzalem te laten delen in de vreugde van wat God aan het doen is. En het effect is dat de mensen God beginnen te prijzen.
Kunnen wij het ons voorstellen, een zendingswerker die langs komt en getuigt over het goede werk dat God aan het doen is op het zendingsveld en dat de dienst dan veranderd in een dankzeggingsdienst? Dit heeft te maken met onze betrokkenheid bij het werk van God. Zijn wij betrokken omdat we onze verantwoordelijkheid denken te nemen, of zijn wij betrokken omdat we onderdeel zijn van het lichaam van Christus dat aan het groeien is?
Deze mensen waren blij omdat het werk van God succes heeft, ze waren blij omdat meer en meer mensen werden aangeraakt door het evangelie. En dat is hoe wij ook in ons geloof moeten staan, vreugde over het werk van God. En als we van daaruit donaties willen geven, dat is mooi, maar het is slechts een bijzaak. Het draait echt om wat God aan het doen is.
We moeten onze prioriteiten weer op de juiste plek hebben, we moeten weer vol enthousiasme over het evangelie en het werk van God samen komen. Onze focus is het Koninkrijk van God, ons verlangen is de wil van de Vader. En dan worden onze kerkdiensten, tijden van dankzegging en gebed. Dan zijn de getuigenissen niet een manier om geld te verzamelen, maar om God te verheerlijken.