59 En ongeveer een uur later bevestigde een ander met stelligheid: Het is werkelijk waar, ook hij was bij Hem, want hij is ook een Galileeër. 60 Maar Petrus zei: Mens, ik weet niet wat u zegt. En onmiddellijk, terwijl hij nog sprak, kraaide de haan. 61 En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben. 62 En Petrus ging naar buiten en huilde bitter. (Lukas 22:59-62)
Petrus breekt, hij kan het niet langer meer aan. Hij heeft drie keer Jezus verloochend en hoorde toen de haan kraaien. En als laatste mokerslag kijkt hij op dat moment Jezus recht in de ogen. Alles gaat in een flits door hem heen, dit is wat Jezus over hem had gezegd en het is de waarheid geworden. Had hij daar dan niets tegen kunnen doen?
In de vorige overdenking hebben we kunnen lezen wat het verschil is tussen Judas en Petrus. Petrus had niet het verlangen om Jezus te verloochenen, hij ging zelfs verder dan alle andere discipelen. Hij bleef Jezus maar volgen, maar de verzoekingen werden hem te zwaar waardoor hij kwam te vallen. Jezus had nog zo geadviseerd om te bidden zodat hij sterk zou blijven staan in deze verzoekingen.
En dan kijkt hij Jezus recht in de ogen en weet hij weer hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Ondanks zijn verlangen om Jezus te volgen tot in de dood is hij Jezus nu ook afgevallen. Wat zou hij gezien hebben in de ogen van Jezus. Zou het een blik zijn geweest dat zei: ‘Zie je nou wel dat ik gelijk heb.’ Of zou Jezus hebben willen zeggen: ‘Sta op en geef je geloof niet op.’
We zullen het niet weten, maar Petrus gaat naar buiten en begint te huilen. Het is hem allemaal duidelijk geworden, ook hij, de leider van de discipelen, kan Jezus hierin niet volgen. Soms moeten wij ons dat realiseren. We kunnen dan denken aan kerkenwerk of evangelisatie, uiteindelijk zijn wij het niet die het voor elkaar moeten boksen. Wij moeten gewoon ons werk doen en sterk blijven staan in gebed.
Petrus heeft een mooi hart, Jezus noemt hem niet voor niets ‘rots’. Petrus gaat een stap verder dan iedereen, maar ook hij moet zich realiseren dat een goed hart niet het einde is. We moeten weten dat we altijd in Gods kracht moeten wandelen. In gebed moeten we in de verzoekingen van ons leven staande blijven. Laten wij Jezus ook elke dag recht in de ogen kijken en ons dan realiseren hoe ons leven er voor staat.