Werken van Gods familie

Romeinen 4

3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend. 4 Aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar wat men hem verschuldigd is. 5 Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid. (Romeinen 4:3-5)

Waar moeten we aan denken bij werken? Is elke vorm van gehoorzaamheid aan de wet gelijk een werk die verboden is? Paulus heeft al eerder uitgelegd dat ons nieuwe leven niet een leven van werken naar de wet is, maar de wet is wel vervuld in ons leven. En die vervulling is niet op een magische wijze, maar is een werkelijkheid, een kracht.

15 Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. (Johannes 14:15)

Jezus gehoorzamen betekent niet gelijk dat het een werk is zoals Paulus dat bedoelt. Het gehoorzamen van de wet betekent niet gelijk dat we door de wet gerechtvaardigd proberen te worden. Deze woorden van Jezus zijn niet ongedaan gemaakt door het kruis. Het gaat daarom ook om het woord, liefhebben. We gehoorzamen Jezus omdat we nu in een liefdesrelatie met Hem leven.

Het woord werken dat Paulus hier gebruikt is een stijl van godsdienstigheid die in elke religie voorkomt. Het zit hem in het hinduisme, islam en helaas ook in het christendom. De werken die hier bedoelt worden zijn werken van aandacht trekken. En niet zozeer de aandacht van de mensen om ons heen, maar de aandacht van de god die we dienen. De werken waar Paulus het over heeft zijn werken om Gods gunst te ontvangen.

Het verschil tussen Jezus gehoorzamen (werken) en de werken waar Paulus het hier over heeft zouden we kunnen vergelijken met de afwas doen. Als we thuis de afwas doen, dan doen we dat niet omdat we er iets voor willen ontvangen maar omdat we bij de familie horen. Maar als we in de keuken van een restaurant werken dan doen we de afwas omdat we er wat voor krijgen, niet omdat we de baas zo lief hebben.

Dat laatste zien we in elke soort van religie terug. De daden worden gewogen om zo maar in een goed blaadje bij God te komen en er wat aan te kunnen verdienen. Als we maar dingen of tijd opofferen aan de god of goden, dan zullen ze wel naar ons willen luisteren en ons goed gezind willen zijn.

Ook in het christendom zie ik het gevaar van deze menselijke basis houding. Gebed en vasten worden gezien als Gods aandacht proberen te trekken. Of trouw naar de kerk gaan wordt gezien als goede religie waardoor God wel trots op ons mag zijn.

En dat zijn de werken waar Paulus het hier over heeft. Werken waardoor we wat proberen te verdienen, niet uit liefde voor Jezus, maar uit liefde voor onszelf. En dan zullen we ook geoordeeld worden naar die werken. En helaas zijn de meeste mensen er nog niet achter dat onze werken nooit genoeg zullen zijn.

God vraagt van ons alleen deze liefde en geloof. En dan zijn de werken die we doen vruchten van Gods kracht en Heilige Geest. Dan zijn de werken geen werken om iets mee te verdienen maar omdat we bij Gods familie horen.

This entry was posted in 43 Johannes, 45 Romeinen. Bookmark the permalink.