Een heerlijk lied

1 En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem  honderdvierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven. 2 En ik hoorde een geluid uit de hemel, als  een geluid van vele wateren en als het geluid van een zware donderslag. En ik hoorde het geluid  van citerspelers die op hun citers spelen. 3 En zij zongen als  een nieuw lied vóór de troon, vóór de vier dieren en de ouderlingen. En niemand kon dat lied leren behalve de honderdvierenveertigduizend, die van de aarde gekocht waren. (Openbaring 13:1-3)

Zoals satan eist dat men openlijk erkent dat men van hem is door een teken op hun voorhoofd of op hun hand, zo mogen ook kinderen van God dit ontvangen. Deze 144.000 mogen met trots openlijk erkennen dat ze van God zijn. En in tegenstelling tot satan is deze vrijwillig uit liefde voor de Vader. En het is de liefde van de Vader dat zij zo’n teken mogen ontvangen.

Johannes ziet het Lam op de berg Sion en met Hem zijn er 144.000 mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader. Zij zijn samen met Jezus op de berg Sion en zij zingen een nieuw lied dat zij alleen kennen. Zij alleen kennen de diepte van dit lied, zij alleen begrijpen de betekenis van dit lied.

Zoals met elke lofzang die wordt gezongen in Openbaring is deze ook profetisch. Elk aanbiddingslied in Openbaring bezingt wat de Vader en Jezus op dat moment doen en Wie Zij zijn. Deze 144.000 hebben een Openbaring van de Vader en van Jezus die zij erkennen in wat Zij doen.

4 Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn,  want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam. 5   En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn  smetteloos voor de troon van God. (Openbaring 13:4,5)

Deze 144.000 zijn mensen die hun leven helemaal aan God wijden. Het zijn mensen zoals u en ik. Zij volgen het Lam, waar Het ook naartoe gaat. Zij zijn smetteloos voor de troon van God. Zij kennen het hart van het Lam, zij kennen de tijd waarin ze leven.

Nu leven deze mensen niet in de hemel, Johannes ziet hen op de berg Sion staan. Dit is de berg in Jeruzalem. Deze mensen leven zo dicht bij Jezus, net als Zijn discipelen, dag en nacht zijn zij met Hem. Zij begrijpen de omstandigheden en de situatie in hun hart en weten dat ze niets te vrezen hebben. Ook al gaat satan rond als een beest vernietigend alles wat zich niet tegen Jezus keert zij zingen het nieuwe lied dat niemand kan afpakken.

Zij zullen een groot signaal zijn naar de wereld, zij zullen anders zijn zonder dat zij zich bevlekken door de wereld. Zij zijn vrijgekocht door het bloed van het Lam. Wat zou ik graag dat lied kunnen zingen, wat zou ik graag gaan waar Jezus gaat. Laat deze mensen een voorbeeld voor ons zijn, waardoor wij sterk staan in God. Laten wij ons leven een APK keuring geven, wij moeten in perfecte staat leven zodat wij onderweg niet stil komen te staan. Laten we ons richten op Jezus alleen!

This entry was posted in 66 Openbaring. Bookmark the permalink.