7 En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden. (Openbaring 11:7)
Men is nog steeds in de veronderstelling dat de wereld niet zo slecht is en als ze alleen maar zouden weten hoeveel God van hen houdt dan zou het wel goed komen met de mensheid. Maar bij het lezen van dit gedeelte krijgen we een heel ander beeld van de wereld.
Het beest zal de twee getuigen vermoorden. Nu moeten we weten dat deze twee getuigen een licht waren in de wereld. Ze schenen een licht dat Gods heerlijkheid liet zien. Ze zijn net als Jezus een beeld van God op aarde en ze getuigden van de waarheid.
8 En hun dode lichamen zullen liggen op de straat van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd. 9 En de mensen uit de volken, stammen, talen en naties zullen hun dode lichamen drieënhalve dag zien, en zullen niet toelaten dat hun dode lichamen in het graf gelegd worden. 10 En zij die op de aarde wonen, zullen zich over hen verblijden, en zullen feest gaan vieren en elkaar geschenken sturen, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen, zo gekweld hadden. (Openbaring 11:8-10)
De confrontatie tussen God en de mens wordt steeds duidelijker. De wereld is openlijk opstandig tegenover God. De twee getuigen liggen daar dood. De wereld heeft de waarheid ervaren als een marteling, ze wilden het niet langer horen. Het was als een verlossing dat ze bevrijd werden van deze marteling, het horen van de waarheid.
Het is net als met Jezus, Zijn waarheid kon men ook niet accepteren. Hij moest ook uit de weg geruimd worden. En juist waar Jezus werd gekruisigd is de plaats waar de lichamen van deze getuigen zullen zijn.
Het is een groot feest, men geeft elkaar cadeaus uit blijdschap over de dood van deze twee getuigen van God. Ze weigeren een graf te geven aan deze getuigen zodat ze er naar kunnen kijken als een overwinning. De kwelling van de waarheid is voorbij.
11 En na die drieënhalve dag kwam er een levensgeest uit God in hen en zij gingen op hun voeten staan. En grote vrees overviel hen die hen zagen. (Openbaring 11:11)
Maar wij mogen weten dat het niet voorbij is. Want dan zullen ze weer opstaan in de kracht van God. En degene die het zien zullen vervuld zijn met angst. We kunnen de waarheid niet ontkennen. Wij hebben een spreekwoord: ‘al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel.’ Dit spreekwoord zal nooit zijn kracht verliezen.
Alle goede daden van de humanitaire organisaties ten spijt, als we de waarheid niet kunnen accepteren vechten we tegen God. Misschien zien we het nu niet, maar de wereld is opstandig tegenover God. Men wil God niet accepteren. En naar mate de tijd nadert zal het duidelijk worden waar de mensheid voor gekozen heeft.