Het gaat om de mensen

Hebreeen 11:4-7

5 Door zijn geloof werd Henoch naar elders overgebracht, om niet te hoeven sterven; hij werd niet meer gevonden, omdat God hem had weggenomen. Hij stond immers al vóór zijn opneming bekend als iemand in wie God vreugde vond. (Hebreeen 11:5)

Soms zijn we wat huiverig om mensen een compliment te geven. Wat als men trots wordt? Dat willen wij niet op ons geweten hebben. Maar hier is een heel hoofdstuk gewijd aan mensen die vasthielden aan hun geloof. Waarom? Om ons te laten zien hoe het moet en dat het kan. Want dat is duidelijk als mens kunnen we blijven vertrouwen op God.

Neem nou Henoch. Er wordt weinig over hem verteld alleen dat God vreugde in hem vond. Henoch wandelde met God, in alles wat hij deed daar was God in betrokken. Er staat niet dat hij grote daden deed als Mozes, maar hij wandelde simpel aan de hand van God.

6 Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen moet immers geloven dat hij bestaat, en wie hem zoekt zal door hem worden beloond. (Hebreeen 11:6)

En de schrijver kan er maar een reden voor geven, deze man had vertrouwen op God zelf. Hij wist dat God een God van liefde was die antwoord geeft op al onze vragen. Hij wist dat als wij willen, God ook wil.

4 Door zijn geloof had het offer dat Abel aan God bracht meer waarde dan dat van Kaïn. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige – God zelf liet zich prijzend uit over zijn gaven –, en door zijn geloof klinkt zijn stem nog steeds, ook al is hij gestorven. (Hebreeen 11:4)

Een ander voorbeeld, Abel. Ook niet een man van grote daden, maar toch wordt hij geprezen om zijn geloof. Waarom? Omdat hij God betrok in zijn leven. Abel was bewust van Gods aanwezigheid en daarin offerde hij zijn gaven aan zijn God.

Twee voorbeelden van mensen bij wie het niet ging om de grote daden, maar om juist het simpele leven waarin ze God in betrokken. En daarin schept God vreugde. Als wij God betrekken bij ons leven dan ziet God ons geloof, ons vertrouwen in Hem.

7 Door zijn geloof bouwde Noach, toen hem te kennen was gegeven wat er zou gebeuren, nog voordat dit voor iemand zichtbaar was, gehoorzaam een ark om daarmee zijn huisgenoten te redden. Zo veroordeelde hij de wereld en verwierf hij de gerechtigheid die voortkomt uit het geloof. (Hebreeen 11:7)

En nu denk ik dat het bij Noach precies hetzelfde was. Ook een man die God betrok in zijn leven, met God wandelde. En daarom koos God voor Noach om Zijn wil te doen op deze aarde. Het had ook Henoch of Abel kunnen zijn, alle drie wandelden ze met God in het vertrouwen dat Hij met hen wilde wandelen.

God verlangt er alleen naar dat Hij wordt toegelaten in ons leven. Wij mogen zijn als kinderen en Hem betrekken bij alles en misschien wil Hij dan met ons wel een boot bouwen!

This entry was posted in 58 Hebreeen. Bookmark the permalink.