7 Hoor, HEERE, mijn stem als ik roep;
wees mij genadig en antwoord mij. (Psalm 27:7)
Vele malen kunnen we deze roep lezen in de psalmen van David. God blijft namelijk God en Zijn wegen zijn ondoorgrondelijk, maar niet op een manier dat God ons onaangenaam wil verrassen zoals we soms in onze gereformeerde gemeenten krijgen te horen. Ondoorgrondelijk staat niet gelijk aan grillig, ondoorgrondelijk moet geen negatieve lading hebben. Dat God ondoorgrondelijk is heeft alles te maken met Zijn wijsheid in wat het beste is voor ons.
Denk aan Jezus daar in Gethsemane, hoe Hij het uitriep naar de Vader. Het is een roep om Gods betrokkenheid, Gods aanwezigheid. En die roep moet altijd in ons zijn, altijd moeten we dit verlangen koesteren in ons hart. Welke woorden we ook gebruiken, het maakt niet uit, als ze maar op God gericht zijn, verlangen naar Zijn betrokkenheid. Hoor, Heere, mijn stem als ik roep.
God is ondoorgrondelijk, we hebben niet altijd het antwoord en daarom is het zo belangrijk om te blijven vertrouwen op Gods goedheid. Wees mij genadig. Allemaal woorden die verlangen naar God. Deze psalmen hebben weinig betekenis als we geen verlangen hebben naar God zelf. Mensen die alleen hun vrijkaartje naar de hemel willen veilig stellen zullen dit gebed niet kunnen begrijpen.
Ondoorgrondelijk betekent niet dat we het nooit kunnen begrijpen. Want eens zullen we het wel kunnen begrijpen, maar vandaag is onze verantwoordelijkheid om het geloof te hebben dat verlangt naar God. Verlangen naar Zijn barmhartigheid die naar ons wil luisteren.