13 En ik acht het juist, zolang ik in deze tent ben, u op te wekken door de herinnering hieraan, 14 omdat ik weet dat het afbreken van mijn tent nu snel zal plaatsvinden, zoals onze Heere Jezus Christus mij ook duidelijk heeft gemaakt. 15 Maar ik zal mij ook voortdurend beijveren dat u na mijn heengaan deze dingen in gedachten blijft houden. (2 Petrus 1:13-15)
In onze maatschappij zijn de ouderen een soort last geworden. We hebben daarom een heel systeem opgezet waardoor er voor ze gezorgd kan worden zonder dat we er al te veel aandacht aan hoeven te geven. Zoals een oude trein ergens wordt geparkeerd zo worden ouderen opzij gezet zodat ze langzaam kunnen wegrotten. Want wij zijn de nieuwe generatie, nu moeten wij het doen wat zij al die jaren hebben gedaan.
En ook de ouderen zelf zien zich langzamerhand als uitgerangeerd, ze schijnen geen nut meer te hebben. En zelfs in de kerk is er weinig meer voor hen te doen dan dat ze bezig worden gehouden. Ze mogen deelnemen aan activiteiten en er worden uitstapje georganiseerd door de damesvereniging van de kerk en dat is het wel zo’n beetje.
Zo zag Petrus zichzelf in ieder geval niet. Hij zag dat zijn lichaam aan het afbreken was, hij zag de tijd dat hij naar de Vader mocht dichterbij komen. Maar dat is voor hem zeker geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Tot zijn laatste adem wil hij zijn leven voor God inzetten, het evangelie moet altijd doorgang vinden tot de harten die het nodig hebben.
Als we oud zijn, zijn we in het koninkrijk van God nog lang niet klaar. Als ouderen hebben we zoveel tijd om ons leven aan God te geven. Ook voor ouderen heeft God nog steeds een verlangen, een taak hier op aarde. Als we dit eens konden zien dan zouden de christelijke verzorgingstehuizen er heel anders uitzien. Dan zouden de activiteiten vol zijn van gebed en voorbede.
We worden niet oud om bingo te spelen en achter de geraniums te zitten, God roept iedereen van jong tot oud om een taak te hebben in het koninkrijk van God, het lichaam van Christus. ‘Ook’ en misschien zelfs ‘juist’ de oudere generatie is van belang in de kerk. Niet voor een ontbijtje of de bloemengroet, maar om de kerk geestelijk op te bouwen zodat het de volheid in Christus mag ontdekken.