7 Want zonder reden verborgen zij een kuil – hun net – voor mij,
zonder reden groeven zij een kuil voor mijn ziel.
8 Laat verwoesting over hem komen zonder dat hij het merkt,
laat zijn net, dat hij heimelijk spande, hemzelf vangen;
laat hem daarin vallen, met verwoesting. (Psalm 35:7-8)
Wij willen niet meer in de hel geloven, de wereld heeft ons er namelijk van overtuigd dat het een slechte kant van God laat zien. Hoe kan een goede God nu een hel creëren voor mensen die het niet met Hem eens zijn? Is Hij dan niet een dictator die mensen onderdrukt en bedreigd met straffen omdat ze niet in de maat lopen?
Laten we een heel plastisch voorbeeld nemen, een bedrijf dat telefoons produceert. Waarschijnlijk wordt elke telefoon gecontroleerd of het wel werkt voordat het de fabriek verlaat. Als het niet werkt heeft het ook weinig zin om het de fabriek uit te sturen want het komt vanzelf weer terug. Het is plastisch en het lijkt elke zelfwaarde van de mens weg te halen en misschien is dat dan het probleem.
Wij vinden onszelf heel wat, wij denken dat wij het recht hebben op ons bestaan, wij hebben het recht op een goed leven. De wereld denkt zelfs dat ze het recht hebben om God te ontkennen. Maar het idee dat wij ergens recht op hebben is de grootste onzin. God kan doen wat Hij wil doen, Hij is God.
En in die context is er een hel, een eeuwige plek waar mensen komen die in hun trots denken dat zij alle rechten hebben. En zo moeten we deze verzen lezen, er is een wereld van verschil, de duisternis en het licht. En er is een strijd gaande tussen deze twee werelden. En het licht zal overwinnen en aan ons de keuze waar wij bij willen horen. Willen wij onze trots opgeven en vertrouwen op God?
Want dat is wat David hier doet, hij kiest er voor om in het kamp van God te leven en daarin te vertrouwen op Zijn voorziening, Zijn bescherming. We moeten de duisternis haten, we moeten het kwaad haten. Misschien zijn we het niet eens met de bewoording die David hier gebruikt, maar wij moeten leren dat we een duidelijke keuze moeten maken of we in Gods kamp willen wonen.