8 – Want, HEERE, door Uw goedgunstigheid
had U mijn berg vast doen staan. –
Maar toen U Uw aangezicht verborg,
werd ik door schrik overmand. (Psalm 30:8)
Wat maakt jou angstig? Want dat is wat in deze verzen ons moet raken, want het is het verborgen aangezicht van God dat David angstig maakt. We kennen allemaal wel het verhaal van David en Goliath, het is duidelijk dat David niet bang was. Hij ging er vol van vertrouwen op af en keek niet naar het postuur van die reus. Hij gebruikte zelfs niet de gangbare hulpmiddelen, een slinger en wat stenen waren genoeg.
Maar het moment dat hem wel angstig maakt is het moment dat God Zijn aangezicht verborg. En dat moeten we leren begrijpen. Maar de enige manier om dat te begrijpen is als we eerst het aangezicht van God leren zien. David heeft heel duidelijk de ervaring met het zien van Gods aangezicht. En in al die psalmen kunnen we lezen hoe heerlijk het is om in die aanwezigheid te zijn.
Gods aanwezigheid geeft rust en vrede. In Zijn aanwezigheid mogen we onszelf werkelijk veilig weten. Zijn liefde en trouw omringt ons, Zijn kracht is onze bescherming. Keer op keer beschrijft David Gods aanwezigheid als een rots een burcht waar ons niets kan gebeuren. En als we dat geloof hebben en groeien in dat vertrouwen dan is er niets hier op aarde dat ons kan helpen.
Je kunt dus wel begrijpen wat er met ons gebeurd als dat allemaal lijkt weg te vallen. En daarom is de angst zo groot voor David, voor hem is er geen andere hoop, geen andere hulp mogelijk. Het is God en God alleen waar hij zijn vertrouwen in heeft. Die rust en vrede in de armen van de Vader, waar anders zouden wij willen verblijven.
Zoek dit geloof in jouw leven, zoek een leven in Gods aanwezigheid. Je kunt dit vers niet begrijpen als je die zoektocht niet hebt gehad. Dan zie je David als een supergelovige waar je toch nooit bij komt en doe je dus ook geen moeite om als David te zijn. Maar de bijbel is duidelijk, David is net als jij en ik, een mens van vlees en bloed. En net als Hem mogen wij ook een relatie hebben me onze Heere. Van aangezicht tot aangezicht.