Holle vaten

Psalm 14

1 Een psalm van David, voor de koorleider.
De dwaas zegt in zijn hart:
Er is geen God.
Zij handelen verderfelijk,
bedrijven gruwelijke daden;
er is niemand die goeddoet.
(Psalm 14:1)

In de vorige overdenking hebben we dit vers ook besproken. De conclusie was dat de mens God wil elimineren zodat we geen verantwoordelijkheid hoeven af te leggen van onze eigen daden. Er is geen hogere autoriteit in ons leven en dus ook geen morele standaard die bepaald hoe wij ons moeten gedragen. De huidige wetten van ons land komen vanuit ons christelijke oorsprong, want voor ons is er wel een morele bron en Hij is onze God.

De mens is er van overtuigd dat er echt wel iets goeds is in ons leven. Het is eigenlijk grappig om te zien dat er zelfs in een gevangenis mensen zijn die zich beter voelen dan anderen omdat hun daden niet zo erg lijken als die van een ander. We vergelijken onszelf altijd met iemand die er net even wat slechter voorstaat dan wij. We vinden dat we het wel goed genoeg doen.

De uitspraak van David dat er niemand is die goeddoet stoot ons eigenlijk tegen het been. We willen dit niet horen. Laat staan dat er iemand is die ons vertelt dat we gruwelijke daden bedrijven. Maar we moeten hier 1 ding begrijpen, want toen Eva er voor koos om even zonder God verder te gaan is dit hele verhaal begonnen. Het gaat er niet om dat wij zo slecht zijn, het gaat er om dat we zonder God niets goeds kunnen doen.

En dat heeft God niet verzonnen zodat wij naar Hem op kunnen kijken omdat Hij zo goed is. De hele schepping heeft Hij gemaakt zodat Hij de bron kan zijn. Hij heeft het zo ingericht dat wij met Hem wandelen. Het is die intimiteit dat de basis moet zijn voor ons leven, maar de wereld denkt zonder te kunnen. God is liefde, God is blijdschap, God is het leven en zonder die bron hebben we geen van alles.

David wil geen schuldgevoel aanpraten, zijn doel is dat we God serieus nemen. Zonder God zijn we lege vaten, zonder God hebben we simpelweg geen inhoud. En dat is wat we in ons leven moeten erkennen, zonder God hebben we geen kracht om ook maar iets goeds te doen. En laten we dat nu eens geloven zodat ons leven werkelijk een licht in de wereld mag zijn. Het licht dat alleen brand als God onze bron is.

This entry was posted in 19 Psalmen. Bookmark the permalink.