1 Waarom woeden de heidenvolken
en bedenken de volken wat zonder inhoud is?
2 De koningen van de aarde stellen zich op
en de vorsten spannen samen
tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde:
3 Laten wij Hun banden verscheuren
en Hun touwen van ons werpen! (Psalm 2:1-3)
Het klinkt misschien vreemd in onze oren deze verzen. Het klinkt vijandig en niet echt iets waar we ons gemakkelijk bij voelen. We hebben liever het evangelie waarin Jezus Zijn liefde laat zien door het kruis, een evangelie waar iedereen zich goed bij voelt. Deze verzen maken zo’n scheiding tussen de mensen die wel christen zijn en niet christen zijn, alsof wij boven de werkelijkheid staan.
Voor Israel was het heel duidelijk, zij dienden de schepper van hemel en aarde en alle andere volken dienden de afgoden. Heidenen waren mensen die de echte God niet serieus namen. Op het moment dat de andere volken dus tegen Israel samenspanden, waren ze in werkelijkheid tegen de God van Israel. En daarom roept deze psalm op om geen enkel vertrouwen te hebben in andere volken, sterker nog de psalm roept op om zich te verzetten tegen elke last van de heidenen.
Het volk van God mag zich op geen enkele manier verbinden aan de wereld die zonder inhoud is. Ze moeten in alles op God vertrouwen, want de wereld is tegen de God van Abraham, Izak en Jakob. Maar waarom klinkt dit zo vreemd voor ons, waarom klinkt dit vijandig? Hebben we dan nog niet door dat de wereld in vijandschap is met haar schepper?
De oproep in vers 3 is nog steeds een oproep voor ons. Wij moeten ons afzetten tegen de wereld die God haat. Wij moeten ons niet laten inbinden door een wereld die geen enkele vrees heeft voor God. Want de werkelijkheid is dat wij in een compleet andere wereld leven, net als de joden.
Er moet een hele duidelijke scheidslijn komen tussen de wereld en ons leven. Het denken van de wereld moet ons niet langer verontreinigen. We moeten ons afzetten tegen die verlangens en de verlangens van God omarmen. De wereld is geen plek waar men verloren is in hun onwetendheid, de wereld kiest bewust tegen God. En elke band daarmee moeten wij verbreken.