Laat de leeuw maar brullen

1 Petrus 5

7 Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. 8 Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. 9 Bied weerstand aan hem, vast in het geloof, in de wetenschap dat hetzelfde lijden ook aan al uw broeders in de wereld opgelegd wordt. (1 Petrus 5:7-9)

Wat moeten we nu met deze verzen doen? Moeten we bang worden voor die brullende leeuw? Moeten we er maar aan toegeven dat we nooit succes zullen hebben in onze poging om heilig te wandelen? Want altijd maar die strijd is zo vermoeiend, het komt van alle kanten en het houdt maar niet op.

Als we eerlijk zijn dan zouden we deze verzen het liefst zo interpreteren. Zoals we nu leven een beetje goed en een beetje met de wereld mee vinden we wel goed genoeg. We kunnen er toch niet al te veel aan doen. De duivel doet zijn werk en daar zijn we als mensen niet tegen opgewassen.

Maar dat is nu precies het punt van Petrus, we moeten al onze zorgen op Hem werpen, want Hij zorgt voor ons. Het probleem met ons gevecht met de brullende leeuw is niet dat wij machteloos staan, maar dat we die machteloosheid niet aan God geven. We moeten gewoon nuchter en waakzaam zijn, is dat teveel gevraagd? Het gevecht is al over, Jezus heeft de duivel al overwonnen.

Petrus vraagt van ons dat wij onze ogen op God gericht houden, dat is de sleutel naar de overwinning over deze brullende leeuw. Blijf waakzaam, laat je ogen niet ronddwalen. In God is de overwinning, in hem is de bevrijding van de leugen. En als het dan even niet lekker gaat mogen we weten dat we niet de enige zijn, wij zijn niet het enige slachtoffer van de duivel.

Sorry, maar het is de realiteit, deze brullende leeuw wil niet van stoppen weten. Maar als we weten dat we niet alleen zijn en dat het gevecht niet ons gevecht is dan mogen we op God gericht blijven met watjes in onze oren. Waakzaam en nuchter, zonder enige vorm van wanhoop op God gericht blijven. Laat die leeuw maar brullen, want dat is alles wat hij kan doen.

This entry was posted in 60 1 Petrus. Bookmark the permalink.