Weg kloof

1 Petrus 1

6 Daarin verheugt u zich, ook al wordt u nu voor een korte tijd – als het nodig is – bedroefd door allerlei verzoekingen, 7 opdat de beproeving van uw geloof – die van groter waarde is dan die van goud, dat vergaat en door het vuur beproefd wordt – mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus. (1 Petrus 1:6-7)

Waarin moeten wij ons verheugen? We moeten ons verheugen in de tijd die gaat komen, de tijd die ons zal verlossen van het leven waarin we nu leven. Maar de vraag die we onszelf moeten stellen is wat voor beeld we hebben van de tijd die gaat komen en wat voor beeld we hebben van de tijd waarin we nu leven?

Als we eerlijk zijn willen we helemaal niet bevrijd worden, we hebben het wel naar onze zin hier op aarde. Maar volgens Paulus zullen we hier op aarde veel te verduren krijgen, maar of dit snappen is de vraag.

Ten eerste moeten we begrijpen wat geloof is. Al die discussies over evolutie of schepping, God of geen god en ga zo maar door is niet waar Paulus het over heeft. Voor Paulus is geloof een vertrouwen op God dat al het andere vertrouwen overstijgt. Vertrouwen op God is belangrijker dan het leven zelf, in afhankelijkheid van Hem wandelen is het belangrijkste.

En dat geloof zal beproefd worden doordat er momenten zullen komen dat we echt op God moeten vertrouwen. De wereld om ons heen zal ons proberen in de problemen te brengen in onze relatie met God. En dit gaat veel verder dan een ziekte of een ander probleem, dit gaat om het hart van onze religie, ons vertrouwen op God. En dat wordt ook aangevallen in ons dagelijks leven. Keuzes die we maken op het internet, keuzes die we maken op het werk, vertrouwen we dan nog steeds op God?

Dagelijks hebben we beproevingen, dagelijks worden we gelouterd, de vraag is of we slagen voor de test? Er zal een moment komen dat alles wegvalt en dat we God gewoon lief mogen hebben. De beproevingen zijn weg en we mogen weten dat er nooit meer een kloof zal komen tussen de Vader en ons. Verlangen wij daar naar?

This entry was posted in 60 1 Petrus. Bookmark the permalink.