Doorgeefluik

Handelingen 28

6 En zij verwachtten dat hij zou opzwellen of plotseling dood neervallen. Maar toen zij, na lang gewacht te hebben, zagen dat er niets ongewoons met hem gebeurde, veranderden zij van gedachten en zeiden dat hij een god was. 7 En hier, op ongeveer dezelfde plaats, had de voornaamste van het eiland, van wie de naam Publius was, een landgoed. Hij ontving ons en bood ons vriendelijk drie dagen onderdak. 8 En het gebeurde dat de vader van Publius, door koorts en buikloop bevangen, op bed lag. Paulus ging naar hem toe, en nadat hij gebeden had, legde hij hem de handen op en maakte hem gezond. 9 Toen dit nu gebeurd was, kwamen ook de anderen op het eiland die ziekten hadden, naar hem toe en zij werden genezen. 10 Ook vereerden zij ons met veel eerbewijzen, en toen wij weg zouden varen, verschaften zij ons wat nodig was.  (Handelingen 28:6-10)

Zoals we in de vorige overdenking hebben kunnen lezen is het niet zo dat God Zichzelf probeert te bewijzen aan die mensen. Paulus is Zijn zoon, Hij wil voor hem zorgen, Hij wil hem beschermen. En dat is ook de context van de woorden van Jezus waarin Hij Zijn discipelen vertelt dat ze zich nergens zorgen over hoeven te maken, zelfs het gif van een slang zal hen niets aandoen. (Lukas 10:19)

En het mooie is dat het net als bij Jezus effect mag hebben bij de mensen om ons heen. Soms kijken we als gedegen christenen met argwaan naar die predikers die zomaar wonderen lijken te kunnen spreken. Alsof zij degene zijn die de bron zijn van genezing. Maar zo zit de vork niet in de steel, Gods hand is op ons en daardoor overstroomt Zijn liefde ook op andere mensen.

En dat is wat hier gebeurd bij Paulus, de wonderen volgen hem. (Markus 16:17) Niet omdat Paulus zo bijzonder is, maar omdat Paulus zijn leven heeft opengesteld voor de kracht van God in Zijn leven. Dat is geen werk, dat is geloof, dat is afhankelijkheid. Dat is het afleggen van onze eigen wil en verlangens en het allemaal overgeven aan God.

En alleen op die manier zullen Zijn wonderen ons volgen, niet omdat wij zo’n mooi gebedsleven, niet omdat wij uitverkoren zijn. Simpel omdat Jezus onze Heer is geworden en wij Zijn discipelen zijn. Hij blijft altijd de bron van een wonder, maar wij mogen wel het doorgeefluik zijn voor die wonderen. Daar is niets om arrogant over te doen of het ons toe te eigenen, dit is weten dat Zijn hand op ons leven rust.

En zo mocht Paulus weer leven geven aan iemand anders. Mensen kwamen naar hem toe om de kracht van God te ervaren. Hoe heerlijk is het om zo’n doorgeefluik te zijn. Hebben wij ooit bij de afhaalchinees gezegd dat ze zo’n mooi doorgeefluik hebben, natuurlijk niet, het is niet belangrijk. Zo komt ons ook geen enkele eer toe, maar God alleen, maar dan moeten we niet stoppen met het zijn van een doorgeefluik!

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.