Waar maakt men zich druk om?

Handelingen 26

1 En Agrippa zei tegen Paulus: Het is u toegestaan voor uzelf te spreken. Toen strekte Paulus de hand uit en verdedigde zich als volgt: 2 Ik acht mijzelf gelukkig, koning Agrippa, dat ik mij heden tegenover u mag verdedigen tegen alles waarvan ik door de Joden beschuldigd word, 3 vooral omdat ik weet dat u kennis hebt van alle gewoonten en geschilpunten die er onder de Joden zijn. Daarom vraag ik u geduldig naar mij te luisteren. 4 Welnu, mijn leven van mijn jeugd af aan, zoals dat van het begin af aan onder mijn volk in Jeruzalem geweest is, is bij al de Joden bekend. 5 Zij weten van mij vanuit het verleden – als zij het maar wilden getuigen! – dat ik geleefd heb volgens de meest nauwgezette richting binnen onze godsdienst, namelijk als Farizeeër. 6 En nu sta ik hier en word geoordeeld over de hoop op de belofte die door God aan de vaderen gedaan is, 7 die onze twaalf stammen hopen te bereiken door voortdurend, nacht en dag, God te dienen. Om deze hoop, koning Agrippa, word ik door de Joden beschuldigd.  (Handelingen 26:1-7)

Misschien krijgen wij ook wel het gevoel van herhaling, want elke keer weer moet Paulus zichzelf verdedigen. En daarboven op komt nog dat de boodschap elke keer weer hetzelfde is. En als wij na twee hoofdstukken al dit gevoel krijgen, hoe moet Paulus zich dan gevoeld hebben, hij zit daar meer dan twee jaar vast. En toch staat Paulus daar weer om te getuigen.

En eigenlijk is de vraag aan de politieke leiders die Paulus hier stelt: ‘waar doen ze moeilijk over?’ Paulus heeft alleen maar een mooie boodschap en als ze daarin niet geloven dan maakt het hem niet uit. Hij komt niet met geweld iets opleggen, hij heeft een boodschap van God ontvangen en alleen die wil hij verkondigen.

En dit is het mooie van het evangelie, helaas hebben veel christenen in het verleden zich hier niet aan gehouden. Het geloof is geen erfenis en kan zeker niet opgelegd worden. We kunnen iemand niet forceren om God lief te hebben dat is voor iedereen een eigen keuze. We kunnen ook niet rondgaan en mensen die niet geloven vertellen wat een slechte mensen ze zijn, we zijn allemaal schepsels van God.

En daarom is Paulus geen gevaar voor wie dan ook. Hij is juist trouw aan het Joodse geloof en daarin heeft hij een overtuiging die hij wil overbrengen op andere mensen. Als mensen dat niet willen accepteren dan schudt hij het stof van zijn voeten en meer niet.

Het evangelie is hoop geven, het evangelie is God laten zien voor Wie Hij werkelijk is, het  evangelie is een boodschap voor mensen die verlossing nodig hebben. En als we het evangelie zo verkondigen dan is er geen discussie mogelijk, het enige wat mensen kunnen doen is het accepteren of het afwijzen. Waar doet de wereld moeilijk over?

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.