Saulus en Barnabas

Handelingen 13

1 En er waren in Antiochië, in de gemeente aldaar, enkele profeten en leraars, namelijk Barnabas, Simeon, die Niger genoemd werd, Lucius van Cyrene, Manahen, die met Herodes, de viervorst, opgegroeid was, en Saulus. 2 En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. 3 Toen vastten en baden zij, en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan. (Handelingen 13:1-3)

Saulus en Barnabas waren voor een lange tijd in Antiochie, en ze hadden het daar naar hun zin. Ze waren constant bezig met het werk en het woord van God. De gemeente is een hechte groep geworden, een eenheid in de verlangens voor meer van God in hun leven. En dat wordt duidelijk in het eensgezind vasten en bidden. Hun kracht zit hem niet in de mooie woorden van een begaafde spreker of een charismatische leider, hun kracht zit hem in de Heilige Geest en de afhankelijkheid van Hem.

En dan zien we iets gebeuren dat in veel gemeenten niet zal gebeuren als er zoveel succes is. Want op het moment dat alles voorspoedig gaat en de groei sterk is ziet men vaak geen reden om de koffers te pakken. Vaak worden die koffers pas gepakt als het allemaal een beetje tegenzit en er weinig zicht op vooruitgang is. Dan begint men opeens te bidden, te vasten en na te denken over een andere stap.

Maar op het moment dat de gemeente constant in afhankelijkheid van de Heilige Geest wordt geleid gebeuren er dingen die ons niet logisch lijken. Want Saulus en Barnabas doen echt heel mooi werk in deze gemeente. Maar het is God die de leiders laat weten dat het nu toch echt tijd is dat Saulus en Barnabas een andere weg op gaan.

De manier waarop de Heilige Geest het zegt is dat de gemeente in Antiochie Saulus en Barnabas moeten afzonderen, want de gemeente is een lichaam van Christus en zij zijn daar onderdeel van. Het gaat pijn doen, ze moeten van dit plaatselijk lichaam worden afgescheiden om een weg op te gaan die God voor hen bepaald heeft.

En ze gehoorzamen. En in die gehoorzaamheid gaan ze eerst nog een keer bidden en vasten en dan leggen ze hun handen op Saulus en Barnabas om hen er op uit te sturen. Dit is gemeente zijn, dit is weten dat wij het lichaam van Christus zijn hier op aarde. Wij hebben een taak, een taak om te gehoorzamen wat de Heilige Geest ons zegt te doen. En als we dat doen zijn we werkelijk het lichaam van Christus en doen we wat Hij zegt, ondanks dat het veelal niet logisch is.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.