9 En de volgende dag, terwijl zij op reis waren en de stad naderden, klom Petrus op het dak om te bidden, ongeveer op het zesde uur, 10 en hij kreeg honger en wilde iets nuttigen. En terwijl zij het eten bereidden, raakte hij in geestvervoering. 11 En hij zag de hemel geopend en een voorwerp naar zich toe komen, dat leek op een groot linnen laken, dat aan de vier hoeken vastgebonden was en neergelaten werd op de aarde, 12 waarin zich al de viervoetige dieren van de aarde bevonden, de wilde en de kruipende dieren en de vogels in de lucht. 13 En er kwam een stem tot hem: Sta op, Petrus, slacht en eet! 14 Maar Petrus zei: Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onheilig of onrein is. (Handelingen 10:9-14)
Petrus krijgt honger en God wil dit moment gebruiken om Petrus iets nieuws te leren. Hierbij moeten we begrijpen dat wat God Petrus wil leren haaks staat op waar Petrus al die tijd in heeft gewandeld. God wil namelijk de rest van de wereld ook betrekken bij het werk dat Jezus heeft gedaan. De exclusiviteit van het joodse volk wil God ongedaan maken door voor iedereen de deur open te zetten naar Zijn liefde en genade.
En als we in het bijbelboek Galaten lezen dat Petrus toch weer valt voor zijn oude manier van wandelen kunnen we begrijpen hoe ingebakken dit denken was in de joodse cultuur. Daarom is het visioen dat Petrus krijgt ook zo radicaal. Petrus moet gebroken worden, Petrus moet zijn kijk op de werkelijkheid veranderen.
Voor ons is dit al gewoon, als we dit tekstgedeelte lezen dan begrijpen we precies wat God er mee wil zeggen. We voelen geen enkele terughoudendheid bij deze verzen. Maar is dat terecht? Zijn er in ons leven geen punten waar wij gebroken moeten worden? Wij zijn ook opgegroeid met een bepaalde cultuur waar we geen afstand van durven te nemen. De berijmde (of zelf onberijmde) psalmen zijn heilig in onze gemeenten. Aan de liturgie mag niet getoornd worden. En zo zijn er nog vele andere breekpunten.
Durven wij wel net als Petrus momenten te hebben van oprecht gebed? Durven wij wel voor de troon van God te komen en Hem ons leven te laten leiden? Want dat zal zeker betekenen dat we niet langer meer ons geloof zullen bewandelen zoals we dat nu doen. God zal breekpunten aanwijzen en ons proberen uit te leggen dat we er echt van moeten afstappen.
En dat zal gebeuren op het moment dat wij ons leven zo invullen dat God centraal komt te staan. Een leven waarin we tijd apart zetten om echt helemaal op Hem gericht te zijn. Staan wij open voor breekpunten in ons geloofsleven? Durven wij te twijfelen aan de geloofscultuur waar wij mee zijn opgegroeid?