14 En toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: Ga heen en toon uzelf aan de priesters. En het gebeurde, terwijl zij heengingen, dat zij gereinigd werden. 15 En toen één van hen zag dat hij genezen was, keerde hij terug, terwijl hij met luide stem God verheerlijkte. 16 En hij wierp zich met het gezicht ter aarde voor Zijn voeten en dankte Hem. En dit was een Samaritaan. 17 Toen antwoordde Jezus en zei: Zijn niet de tien gereinigd? Waar zijn dan de negen anderen? 18 Zijn er dan geen anderen gevonden die terugkeren om God de eer te geven dan deze vreemdeling? 19 En Hij zei tegen hem: Sta op en ga heen. Uw geloof heeft u behouden. (Lukas 17:15-18)
Het is niet toevallig dat het de Samaritaan is die terugkomt. Net zoals de rijke man uit de gelijkenis gaan de andere negen er vanuit dat alles wel goed komt. Ze behoren nu eenmaal tot de elite van de wereld, zij zijn het volk van God met een rijke geschiedenis van Zijn wonderen. Het is alsof ze er van uit gaan dat ze er recht op hebben.
En dat is het grote probleem in de kerk en dat is vaak ook het grote verschil tussen iemand die in een christelijk gezin geboren is en iemand die bewust een keuze heeft gemaakt om Jezus te volgen.
Deze Samaritaan is zich bewust van de genade en liefde die God hem geeft door Jezus. Als een Samaritaan is hij achtergesteld, hij hoort niet bij het volk Israël. Hijzelf en de andere negen hadden helemaal niet verbaasd geweest als Jezus deze Samaritaan had uitgesloten van deze groepsgenezing. Daarom is het te begrijpen dat hij terug komt en de andere negen niet.
Maar dat is tegelijk geen excuus. Jezus vraagt bijna sarcastisch of niet alle tien genezen zijn. Natuurlijk zijn alle tien genezen, maar voor de anderen negen was er blijkbaar geen reden om God te danken voor deze heerlijke genezing. God is meubilair geworden, Hij hoort er nu eenmaal bij. Maar dat is geen geloof en dat kunnen we leren uit de reactie van Jezus.
Want de Samaritaan komt terug naar Jezus om te erkennen dat hij zijn leven te danken heeft aan Hem en Jezus laat de Samaritaan weten dat zijn geloof hem heeft behouden. Dit is geloof, een levenshouding die God erkent als de kracht en hoop van ons leven. Waar de negen God gebruiken voor eigen gewin, is het deze ene man die God de plek geeft in zijn leven die God hoort te hebben.
Welke plek heeft God in ons leven? De zondagmorgen? In hoeverre is Hij betrokken bij ons leven? Bij het bidden voor het eten? De Samaritaan had door dat het werkelijk God is die Hem heeft verlost en daar handelt hij naar.