11 Dit is de gelijkenis: Het zaad is het Woord van God. 12 Zij bij wie langs de weg gezaaid wordt, zijn zij die het horen; maar daarna komt de duivel en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet geloven en zalig worden. 13 Zij bij wie op de rots gezaaid wordt, zijn zij die het Woord met vreugde ontvangen, wanneer zij het gehoord hebben. Maar dezen, die maar voor een bepaalde tijd geloven, hebben geen wortel, en in een tijd van verzoeking worden zij afvallig. (Lukas 8:11-13)
Het tweede zaad valt op de rotsen. Tussen de rotsen is er echt wel wat aarde waar het in kan vallen en kan ontkiemen, maar het zal nooit de ruimte hebben om de wortels vrij te laten groeien. Het ontkiemt snel, het groeit snel, maar uiteindelijk als het er echt op aan komt dan zal het nooit werkelijk vastigheid kunnen krijgen.
Het zaad is natuurlijk weer het Woord van God. Het Woord van God dat men krijgt te horen, maar de vraag is wat men er mee doet? Deze mensen waarbij de ondergrond vol met stenen ligt zijn als mensen die heel makkelijk zijn. Ze leven mee met de wind van het leven, de stenen die in hun leven terechtkomen blijven daar met alle gemak liggen. Er is geen behoefte aan een grote schoonmaak in hun leven, een tijd van bezinning, een tijd waar ze bewust kijken naar wat er in hun leven gebeurt.
Dit zijn mensen die met alle winden meevaren, ze durven niet werkelijk een positie in te nemen. Alle religies zijn goed genoeg. En als ze horen over het werk van Jezus, het koninkrijk van God dan is men bereid om het te ontvangen. Met blijdschap geven ze te kennen dat ze Jezus als Heer willen accepteren. Maar op het moment dat ze geconfronteerd worden met tegenstand of mensen met een andere manier van denken, dan is het toch niet alleen Jezus.
Dit geloof wil de wereld maar al te graag accepteren, want dit geloof doet niets. Dit geloof is blij, maar uiteindelijk zonder betekenis. Het is blij om ergens bij betrokken te zijn, maar het heeft geen hart voor dit geloof.
En jammer genoeg hebben we hier in de kerk ook last van. De jaarlijkse kerkverlating is nog nooit zo hoog geweest. Mensen keren hun rug naar de kerk toe omdat ze uiteindelijk niet voor Jezus willen gaan met hun hele hart. Het Woord dat ze al die jaren gehoord hebben kwam niet verder dan de deur van het kerkgebouw of de maandagmorgen. Het geloof is niet diepgeworteld.
Soms doen we als kerk zo dramatisch over de kerkverlating, vooral om financiële redenen of omdat het groepsgevoel afkalft. Maar waarom? Het gaat toch niet om het aantal leden? De mensen die de kerk verlaten zijn de mensen met de stenen ondergrond. Ze hebben geen wortels, de wereld trekt, het Woord groeit niet en uiteindelijk laten ze het er bij zitten. Is dat erg? Natuurlijk is het erg dat ze het Woord geen ruimte willen geven in hun leven, maar niet dat ze niet langer meer lid willen zijn. Kerkverlating is geen ramp, het is juist goed, hoe raar dit ook klinkt, maar de kerk wordt alleen maar meer een echte kerk bij kerkverlating.