10 En de menigte vroeg hem: Wat moeten wij dan doen? 11 Hij antwoordde en zei tegen hen: Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met hem die er geen heeft, en wie voedsel heeft, moet ook zo doen. 12 Er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden en zij zeiden tegen hem: Meester, wat moeten wij doen? 13 Hij zei tegen hen: Eis niet meer dan wat u voorgeschreven is. 14 Ook de soldaten vroegen aan hem: En wij, wat moeten wij doen? Hij zei tegen hen: Val niemand lastig, pers niemand af en wees tevreden met uw soldij. (Lukas 3:10-14)
Weer iets wat we vandaag de dag in de kerk niet willen horen. We willen niet horen dat we ons leven moeten veranderen, we willen niet horen dat wat we doen verkeerd is. We willen horen dat het er nu eenmaal bij hoort en we er niets aan kunnen doen, als we maar ‘geloven’ in Jezus als de Zoon van God dan komt het wel goed.
Waarom vragen we soms niet aan God wat Hij denkt? Wat de theologie er van denkt, weten we wel, maar wat denkt God er van? Johannes was een profeet met een missie die God hem heeft gegeven. Een missie om de mensen bewust te maken van hun zonden, bewust te maken van de weg waarop ze wandelen. Geloof zonder daden is leeg, is eigenlijk helemaal geen geloof.
Kunnen wij niet net als deze mensen aan God vragen: ‘Wat moeten we doen?’ Hoe vaak is dit uit onze mond gekomen in gebed? Altijd vertellen we God wat Hij moet doen in ons leven of in iemand anders leven, maar vragen we Hem wel eens wat wij moeten doen? Want dat is waar God naar op zoek is, naar een hart dat eerlijk durft te vragen; ‘God wat wilt U dat ik doe?’
Het doet pijn om te zien dat we van het christendom een religie hebben gemaakt die gelijk staat aan alle andere religies. Er is geen oprechtheid meer voor God, het is geen leven in het koninkrijk van God het is leven in de wereld maar met het paspoort van het koninkrijk van God. We genieten van de lusten als levenslange toerist in het buitenland, maar willen alle gemakken van het koninkrijk van God ook hebben.
Soms moet er een Johannes in ons leven komen die keihard de waarheid verteld, die ons keihard wijst op onze plichten en ons leven in het koninkrijk van God. Soms moet ons verteld worden dat we denken dat we op de smalle weg wandelen, maar in werkelijkheid we op de brede weg wandelen. We moeten dit horen. Soms moeten we huilend op onze knieën vallen en erkennen dat het niet goed gaat en dan vragen we God: ‘Wat moet ik doen?’