25 Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. 26 Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde. 1 Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 2 Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. 3 Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees, 4 opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 7:25-8:4)
We zijn nu aangekomen in het antwoord voor het probleem. Het probleem van de ellendige mens die maar geen controle over zichzelf kan krijgen. In vers 26 van hoofdstuk 7 benoemt Paulus nog een keer het probleem in een notendop. Met het verstand proberen we de wet van God te dienen maar met het vlees de wet van de zonde. En deze strijd maakt ons die ellendige mens.
Het eerste gedeelte van vers 1 in hoofdstuk 8 wordt vooral geïnterpreteerd als het kruis dat ons verlost van alle schuld. Mede door de Engelse vertaling van het woord verdoemenis (condemnation) lijkt het er op alsof Paulus wil zeggen dat we ons niet schuldig hoeven te voelen over al die zonden die we doen. We hoeven ons niet ellendig te voelen over het feit dat we maar niet van die zonde afkomen, want we worden er niet voor gestraft.
En de manier waarop dit nu wordt uitgelegd klinkt natuurlijk heel verkeerd. Ten eerste is deze manier van kijken niet de oplossing voor de ellendige mens. Het is alleen een pleister voor elke keer dat we weer zondigen, maar nog steeds willen we het goede doen maar lukt het niet. En zijn we dus nog steeds de ellendige mens.
Ten tweede als we verder gaan lezen, is er geen verdoemenis in Jezus Christus, niet omdat we alleen in Jezus Christus zijn, maar omdat we in Jezus Christus zijn en door de Geest wandelen en niet langer door het vlees. En daar is het antwoord waar het grootste gedeelte van hoofdstuk 8 over gaat.
Het antwoord zit hem in de wandel die wij kiezen. We kunnen van de ellendige mens afkomen door niet langer in het vlees te wandelen, maar naar de Geest. Zoals hoofdstuk 6 ons al heeft verteld moeten we dood zijn voor het vlees, maar nu komt Paulus met nog een punt er bij dat we niet alleen dood moeten zijn, maar ook dat we gaan leven naar de Geest. Het leven in de Heilige Geest is het antwoord voor het grote probleem.
En hoe graag ik ook zou willen dat het kruis ons verlost van deze ellendige situatie, want dat zou alles een stuk simpeler maken, het is niet de boodschap van Paulus. Paulus wil ons werkelijk verlost zien van die ellendige mens doordat wij door de Geest gaan wandelen. En dat leven is zoveel mooier dan het leven met een pleister.