23 Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, 24 en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. (Romeinen 3:23-24)
Aan deze zin moeten we niets veranderen. Vaak wil ik bij de teksten die over genade spreken toevoegen dat we er niet passief onder moeten worden. Want in verschillende stromingen maakt de genade ons op verschillende manieren passief of star. Maar nu wil ik me alleen richten op de heerlijkheid van deze boodschap.
Wat een heerlijke God hebben wij. Een God vol van genade en goedheid, er is geen enkele duisternis in Hem. Het is dan ook niet verwonderlijk dat wij elk aanknopingspunt met Gods heerlijkheid missen. Zoals Adam en Eva in het paradijs wandelden met God omdat ze naar Zijn evenbeeld waren geschapen, zo leven wij in het andere uiterste en missen elke heerlijkheid van God.
Er is geen uitzondering op deze regel. Welke persoon we ook in gedachten hebben die misschien wel heilig genoeg zou zijn, het valt in het niets bij de heerlijkheid van God. Zo’n persoon is slechts koning eenoog in het land van de blinden.
Vaak denken we bij Gods heerlijkheid aan Zijn machtige daden en heerlijke vertoningen zoals op de berg met Mozes of op de Karmel met Elia. Maar de heerlijkheid waar Paulus het hier over heeft is de heerlijkheid van Zijn karakter, de heerlijkheid van Zijn ‘Ik ben’. Het is Wie God is dat we missen. We kunnen misschien zoveel bereiken, dat we zelfs naar de maan vliegen, er lijkt niets meer voor ons onmogelijk. Al zouden we hetzelfde kunnen doen als God, missen we het volledig om ons hart.
Daarom is het om niet, en dat geldt voor iedereen hetzelfde. Het is puur Gods hart, dat wat wij missen, Zijn genade dat Hij nog naar ons omkijkt. Het is puur Zijn liefde en vergevingsgezindheid dat Hij nog naar ons omkijkt en ons weer maakt zoals Adam en Eva, naar Zijn beeld.
Want dan zullen we het niet langer meer missen, maar hebben we Zijn karakter ontvangen in ons leven. Zijn Geest die ons leidt naar een leven in rechtvaardigheid, door de verlossing van Jezus Christus. De verlossing van het missen van Gods heerlijkheid.