We horen er bij

Efeze 2

11 Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was in het vlees en die onbesnedenen genoemd werd door hen die genoemd worden besnijdenis in het vlees, die met de hand gebeurt, 12 dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld. 13 Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen. (Efeze 2:11-13)

En ook deze zinnen hebben weer te maken met het feit dat wij maaksels zijn. Wij zijn geschapen door God en Hij kan doen met ons wat Hij wil. Zo heeft Hij gekozen voor Abraham om met hem opnieuw te beginnen. Daarmee heeft Hij gekozen om Zich met het volk Israël bezig te houden. En hoe oneerlijk wij dit allemaal ook kunnen vinden, Hij is God en wij zijn Zijn schepping.

Voorheen las ik deze verzen als een soort geschiedenisles. Ik begreep niet helemaal waarom Paulus deze verzen nu in deze context opschreef. Wil hij dat we begrijpen dat we nu onderdeel zijn van het volk Israël en daar een dogma van maken?

Maar de boodschap die Paulus nu wil geven is geen geschiedenis les. Het is een les in Gods soevereiniteit en Gods liefde in die soevereiniteit. Alleen Israël was geroepen door God, alleen Israël heeft een geschiedenis met beloften van de Schepper. De rest van de wereld was zonder God en zonder hoop.

En God had door kunnen gaan met Israël, Hij had de rest van de wereld helemaal niet nodig. En dat maakt Gods keuze zoveel mooier. De boodschap van Paulus is niet dat we geluk hebben dat God ons er ook bij betrokken heeft. De boodschap gaat juist om de keuze die God heeft gemaakt.

God heeft bewust deze keuze gemaakt niet om meer zekerheid te hebben dat Zijn koninkrijk goed bevolkt is, maar omdat Hij ons lief heeft. Voorheen hoorden wij er helemaal niet bij, voorheen was er geen toekomst voor ons, maar nu in Christus heeft God de deur geopend in Zijn soevereiniteit en liefde. Hij had Zijn plan zonder ons kunnen doen, maar dat deed Hij niet!

This entry was posted in 49 Efeze. Bookmark the permalink.