40 Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, opdat zij niet met de ogen zouden zien en met het hart inzien en zich bekeren en Ik hen zou genezen. 41 Dit zei Jesaja toen hij Zijn heerlijkheid zag en over Hem sprak. (Johannes 12:40-41)
Je komt uit de bioscoop en praat over de film. Het was een hele goede film, goed geacteerd, goede special effect. Je bent er helemaal vol van. Dit duurt natuurlijk maar even. Maar zoiets moet je je voorstellen bij de openbaringen van God. Die zijn niet saai en leeg, ze zijn vol en als wij er mee in aanraking komen dan kunnen we niets anders dan er over praten.
Johannes schrijft hier niet voor niets deze openbaring met daarbij het feit dat Jesaja de heerlijkheid van Jezus ziet. Johannes weet wat het is om de waarheid te zien. Hij weet wat het is om de heerlijkheid van Jezus te kunnen begrijpen. Zijn hart is er vol van en het hart van Jesaja was er vol van.
Jesaja ziet iets vol van heerlijkheid, Hij ziet de heerlijkheid van Jezus geopenbaard. Als we Jesaja 53 lezen dan weten we dat Jesaja een heerlijkheid zag in een mens die zou lijden. Jesaja zag een God die er alles voor over had om ons te bereiken en te verlossen. De Geest van God openbaarde het in Hem.
Dit is hetzelfde wat er in ons moet gebeuren, in ons hart moet er een heerlijkheid worden geopenbaard zodat wij niet meer stil kunnen zitten. Dan zijn deze woorden niet meer lege woorden, maar dan zijn het woorden van heerlijkheid.
Als wij ons bekeren, dan zal God tot ons komen en ons leven genezen. Zo simpel is het, maar vol van heerlijkheid. Maar hoe lezen wij dit? Zien wij dit zoals Jesaja het zag of zien wij het als historische woorden?
Als wij ons leven op God richten zal Hij tot ons komen en ons leven in Zijn handen nemen. Dat is Gods heerlijkheid en liefde. Dit is de God die wij dienen. Dank U.