37 Maar hoewel Hij zoveel tekenen in hun bijzijn gedaan had, geloofden zij niet in Hem; 38 opdat het woord van de profeet Jesaja vervuld werd dat hij gesproken heeft: Heere, wie heeft onze prediking geloofd en aan wie is de arm van de Heere geopenbaard? 39 Daarom konden zij niet geloven, omdat Jesaja verder gezegd heeft: 40 Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, opdat zij niet met de ogen zouden zien en met het hart inzien en zich bekeren en Ik hen zou genezen. 41 Dit zei Jesaja toen hij Zijn heerlijkheid zag en over Hem sprak. (Johannes 12:37-41)
Jesaja heeft geprofeteerd over Jezus. De Messias zou komen om te prediken en de arm van de Heere openbaren. Maar wie wil die nu zien, wie wil dit nu werkelijk begrijpen? Dat vroeg Jesaja in zijn profetie al af. En deze profetie komt uit, God hoopte dit niet, maar wist al dat Jezus niet geaccepteerd zou worden.
Ondanks het overduidelijke bewijs konden ze het niet zien, hun ogen waren gesloten, hun harten dicht. Maar waarom? Voor ons is het zo duidelijk, de hand van God is zichtbaar voor iedereen die het wil zien.
Maar Jesaja heeft nog meer geprofeteerd. God houdt hun ogen gesloten en hun harten dicht. Zulke uitspraken staan vaker in de bijbel waarin God het hart van de mens bestuurd. God verhard het hart van Farao, God die David aanzet tot het tellen van het volk.
Nu kunnen we hier uren over redeneren en er een mooie theologie bij verzinnen, maar het zal niets helpen voor ons geloof. Dit moet ons geloof niet in twijfel brengen, want als wij God goed kennen weten we dat Hij rechtvaardig is en heilig in Zijn liefde. De enige juiste zienswijze is vanuit onze relatie met Hem.
Wij kunnen niet altijd alles begrijpen, maar wij kunnen wel altijd vertrouwen. Hun ogen waren gesloten, God had er Zijn reden voor en die is goed. Nu moeten wij doorgaan in ons vertrouwen op Hem en juist wel verlangen om te zien wat Hij wil openbaren. Wij moeten juist wel verlangen om Zijn hand te zien. Laten wij niet bij die mensen horen van wie de ogen gesloten zijn, maar laten wij horen bij de mensen die hun leven in de hand van de Messias leggen die alles wil openbaren.
Alles is in Gods handen, daar mogen we op vertrouwen. Johannes haalt de profetie van Jesaja niet aan om het ons lastig te maken, hij haalt het aan om ons te bemoedigen in ons vertrouwen op Jezus. Dat sommige mensen het niet zien, betekend niet dat het niet waar is. Hun ogen zijn gesloten voor de waarheid, wat een zegen, onze ogen zijn open.