27 Nu is Mijn ziel in beroering en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit dit uur! Maar hierom ben Ik in dit uur gekomen. 28 Vader, verheerlijk Uw Naam! Er kwam dan een stem uit de hemel: En Ik heb Hem verheerlijkt en Ik zal Hem opnieuw verheerlijken. (Johannes 12:27-28)
Jezus heeft net de discipelen uitgelegd dat Hij geen erkenning hoeft van de mensen om Zijn werk te doen. Direct daarna beschrijft Johannes dat Jezus beroerd is in Zijn ziel. Jezus heeft het moeilijk, het is niet een pretje wat Hem te wachten staat. Moet Hij nu opgeven?
Natuurlijk niet, Jezus kan wel even van slag zijn maar dat betekend niet dat Hij moet opgeven. Als onze ziel beroerd wordt, moeten we niet bij de pakken neerzitten. Het is niet onze ziel die bepaald wat wij denken of doen, het onze geest waardoor wij moeten leven.
De meeste mensen laten hun emoties, hun ziel bepalen hoe zij leven. Moeilijkheden en pijn zijn bepalend voor het handelen en denken. Maar voor Jezus is dit niet bepalend in Zijn leven, het is Zijn geestelijk leven wat boven aan staat.
Zijn contact en relatie met de Vader is de bron van Zijn handelen. Het leven hier op aarde kan Hem in beroering brengen maar nooit lang. Jezus bidt tot God, niet vanuit Zijn ziel maar vanuit Zijn Geest.
Vaak bidden wij tot de Vader vanuit onze ziel. We verlangen van Hem dat Hij ons redt van de pijn of geeft wat onze ziel begeert. Het zijn gebeden zonder relatie. Maar Jezus leeft met de Vader en kent het hart van de Vader.
Voor Jezus staat bovenaan, dat Zijn Vader alle eer moet ontvangen. Het gaat niet om de vervulling van Zijn ziel maar de vervulling van het verlangen van God. Kunnen wij ook zo leven dat God alles in ons leven? Dat het ons gaat om Zijn verheerlijking, dat God wordt groot gemaakt in ons leven?