54 Jezus dan verkeerde niet meer openlijk onder de Joden, maar Hij ging vandaar naar het land bij de woestijn, naar een stad die Efraïm heette, en verbleef daar met Zijn discipelen. 55 En het Pascha van de Joden was nabij en velen uit dat land gingen naar Jeruzalem, vóór het Pascha, om zich te reinigen. 56 Zij dan zochten Jezus en zeiden onder elkaar, terwijl zij in de tempel stonden: Wat denkt u? Dat Hij niet op het feest komt? 57 De overpriesters nu en de Farizeeën hadden de opdracht gegeven dat, als iemand wist waar Hij was, hij het hun te kennen zou geven, zodat zij Hem konden grijpen. (Johannes 11:51-54)
Johannes zou een goede roman schrijver zijn geweest. Alles wat hij schrijft heeft een reden. Hij legt niet zomaar een historische tijdlijn vast. Hij heeft een boodschap waarin Hij Jezus heel duidelijk wil neerzetten als de Zoon van God gestuurd door de Vader.
Zoals een preek wordt voorbereid met een duidelijk doel, zo is deze brief geschreven met een boodschap. Hij neemt ons mee van gebeurtenis naar gebeurtenis zodat we inzien Wie Jezus.
Deze teksten sluiten het deel van dit bijbelboek af waar het ging om het contrast tussen Jezus en de joden en hun leiders. Het is afgelopen, de joodse leiders hebben het opgegeven, Jezus moet echt dood. Jezus kan zich niet meer in het openbaar laten zien, er is geen contact meer tussen hem en de leiders tot op het moment dat ze Hem gevangen hebben genomen.
Daarom is de rest van het bijbelboek er op gericht om Jezus’ onderwijs aan Zijn discipelen te laten zien. Vanaf nu gaat Jezus preken tot zijn discipelen om hen voor te bereiden op de tijd die gaat komen. En dat is vooral de tijd nadat Hij naar de Vader is terug gegaan.
Het wordt spannend, de degens zijn gekruist. Jezus weet hoe zijn toekomst er uit ziet en de joodse leiders weten hoe zij Jezus graag zien eindigen.