14 Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. (Romeinen 7:14)
Nog een reden waarom de wet niet voorbij is, is dat het geestelijk is. Wij zouden kunnen denken dat de wet met het vlees te maken heeft, omdat het vlees moet gehoorzamen. Onze daden moeten naar de wet zijn. Maar het is juist het vlees dat verlangt naar de zonde.
De wet is juist het tegenovergestelde van het vlees, het staat voor waar God voor staat. Het overstijgt de aardse visie doordat het zich richt op het geestelijke. De wet is het verlangen van God, de liefde van God en het leven van God. De wet is geestelijk en dit kunnen we alleen begrijpen door onze geest.
15 Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik. 16 En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is. (Romeinen 7:15,16)
Jezus vertelde Nicodemus dat wij uit de Geest geboren moeten worden. En het is dit nieuwe leven in de Geest dat de wet wel begrijpt. Voorheen was de wet oud-bollig, maar nu ik uit de Geest geboren ben, begrijp ik de lofzang van David over de wet. In mijn nieuwe leven, het geestelijke leven, zie ik zo duidelijk dat de wet goed is.
De strijd gaat tussen het oude leven dat verkocht is onder de zonde en het nieuwe leven dat uit de Geest geboren is. Want alleen als wij uit de Geest geboren zijn beginnen wij het vlees te haten, beginnen wij in te zien hoe gemeen en lelijk het oude leven is. Dan begint er pas haat te komen over de verkeerde dingen die we doen.
Ons nieuwe leven verheugt zich in de wet, de haat tegen de zonde is het bewijs dat de wet goed is.
22 Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God. 23 Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is. 24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? (Romeinen 7:22-24)
Er moet een moment in ons leven komen dat wij net als Paulus dit uitroepen. Er moet zo’n verlangen in ons leven zijn om verlost te worden van het vlees. Deze strijd die hier wordt beschreven moet echt een strijd zijn in ons leven. Wij moeten echt inzien hoe goed de wet is. Dan weten we dat we een nieuw leven hebben, uit de Geest.