De fout van Israel

Markus 12:1-12

Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. (Exodus 20:4)

Dit is een van de tien geboden, misschien niet meer zo relevant voor de dag van vandaag. Maar in de tijd van Israel was het blijkbaar wel relevant want God zet hem op de tweede plaats. En misschien lijkt hij wel een beetje op het eerste gebod. Het eerste gebod is dat we geen andere goden mogen dienen.

Maar toch is het een heel ander gebod. Het eerste gebod gaat puur over een andere god (een andere religie) maar dit gebod gaat over afbeeldingen maken van onze God. Toen de Israelieten het gouden kalf hadden gemaakt, aanbaden ze het als de god die hen uit Egypte had geleidt. Ze wilden in principe wel de enige God dienen maar ze wilden er zelf vorm aan geven.

En dat is de betekenis van dit gebod, God wilde voorkomen dat ze Hem in een vorm gieten die ze zelf hebben uitgevonden. God wil zijn wie Hij is, Hij wil niet gemaakt worden naar onze fantasie of onze verlangens. Daarom voegt God de twee volgende verzen toe aan het gebod.

Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. (Exodus 20:5,6)

God is wie Hij is en daar kan niemand wat aan veranderen. Maar als we kijken naar de geschiedenis dan gaat Israel elke keer in deze fout. Blijkbaar willen ze een god (een religie) zoals ze het zelf willen. Ze veranderen hun religie elke keer een beetje en uiteindelijk hebben ze een eigen set met regels en een eigen beeld van God. Maar dit beeld is vervormt en God stuurt elke keer profeten om ze de waarheid te vertellen hoe het werkelijk is.

Wanneer Jezus naar de aarde komt, wil Hij ons de Vader weer opnieuw openbaren. Hij wil ons het werkelijke hart van de Vader openbaren. En daarin botst hij op tegen de religieuze leiders, die een religie hebben naar eigen inzicht. En voor deze mensen verteld hij de gelijkenis van de wijngaard die is verhuurd aan werkers.

Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst van hen te ontvangen; (Mark 12:2)

God zend elke keer dienstknechten die de Vader willen openbaren, maar elke keer worden ze de mond gesnoerd (vermoord). Ze willen niet horen van God zelf omdat het niet klopt met wat ze zelf hebben gefabriceerd. Ze proberen dus wel de echte God te dienen maar op eigen voorwaarden.

De eerste regel van deze overdenking zei dat het misschien niet zo relevant is voor vandaag de dag. Maar ik ben van mening dat het wel degelijk relevant is. Want waar zijn wij mee bezig, is ons hart wel zo verschillend van de Israelieten? Denken wij echt anders, zijn wij volwassen geworden? Wij doen precies hetzelfde, we volgen een stel regels en dogma’s vaak door mensen ontwikkeld zonder ook maar vragen te stellen.

Zoeken wij de echte God, laten wij God nog aan het woord om Hem Zichzelf te laten openbaren? Wie is Hij voor ons, of is Hij ingepakt in een groot pak van dogma’s zoals wij denken dat het is? God huilt, Hij verlangt er naar dat wij Hem leren kennen zoals Hij werkelijk is. Hij wil ons laten zien hoeveel liefde Hij voor ons heeft, Hij wil laten zien dat Zijn hart brand voor ons. Het tweede gebod is het nog relevant?

This entry was posted in 02 Exodus, 41 Markus. Bookmark the permalink.