6 De hele dag verdraaien zij mijn woorden;
al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.
7 Zij scholen samen, zij verbergen zich;
zij letten op mijn voetstappen,
omdat zij loeren op mijn leven.
8 Zouden zij bij zoveel onrecht vrijuit gaan?
Stort de volken neer in toorn, o God! (Psalm 56:6-8)
Denk aan het volk Israel door de tijd heen, altijd waren ze in de minderheid, altijd waren er andere volken die hen niet konden accepteren. En nu is het nog steeds zo, ingeklemd door volken die hen haten, die hen wil vernietigen. En waarom?
De wereld zal het niet kunnen begrijpen, de wereld geeft religie de schuld van dit probleem. Als mensen niet zo koppig zouden zijn en vast zou houden aan die denkbeelden die ze hebben zouden we deze problemen volgens hen niet hebben. Maar wat als de bron ergens anders ligt, wat als er werkelijk een kwaad is die ons tegen staat?
Jezus heeft het over de duivel die als wolf rondgaat om te kijken wat hij kan verscheuren. Is dit niet het probleem waar de wereld mee te maken heeft. Is de wereld niet een slaaf van het kwaad dat zich alles toe-eigent. Wat als dit nu de werkelijkheid is waar wij in leven, dan zitten we zo langzamerhand volledig vast in een leugen.
De wereld wil het niet accepteren, het is wel goed zo. Maar zij die bij God willen horen zullen weten dat het niet de werkelijkheid is. Want onze strijd is niet tegen onze buren of collega’s of klasgenoten. Onze strijd is tegen het kwaad die zich almaar probeert op te dringen in ons leven.