4 God is in haar paleizen;
Hij is er bekend als een veilige vesting.
5 Want zie, koningen hadden zich verzameld,
zij waren samen opgetrokken.
6 Zodra zij de stad zagen, waren zij verbijsterd,
zij werden door schrik overmand, zij haastten zich weg.
7 Huiver greep hen daar aan,
smart als van een barende vrouw. (Psalm 48:4-7)
Het gaat niet automatisch en we moeten er zeker niet passief op gaan wachten. Gods verlangen is om bij ons te komen wonen, zie Hij staat aan de deur en Hij klopt. Het beeld dat we misschien te horen hebben gekregen toen we klein waren over Jezus die op de deur van ons hartje klopt is waar. God verlangt er naar om met ons te wandelen, Hij staat daar aan de kant van de weg te wachten totdat jij komt.
En dat beeld zijn we vergeten, wij denken aan massieve gebouwen waar God Zijn woning maakt. Maar Jeruzalem was een bruisende stad, een levende stad waar mensen kwamen om de God van Israel te zoeken. En dat is een heel ander verhaal dan wat wij met ons geloof doen. Het geloof moet een zoektocht zijn naar Gods beloften en Zijn evangelie.
We zijn geen instituut met ieder zijn eigen dogma, dat is niet wat Jezus bedoelt met een kerk. We zijn een lichaam, een levend onderdeel van de Christus die aan het kruis hing. We leven een zoektocht naar het Koninkrijk van God, wanneer gaat ons leven weer bruisen van geestelijk verlangen? Want dat is waar Jeruzalem voor stond en hopelijk voor staat.
Alleen mensen die met verkeerde intenties bij ons zullen komen, zullen met de mond vol tanden staan omdat ze zien dat God echt is. De enige vraag die wij onszelf moeten stellen is of God echt is in ons leven?