1 Het feest nu van de ongezuurde broden, dat Pascha heet, was nabij. 2 En de overpriesters en de schriftgeleerden zochten naar een manier om Hem om te brengen, want zij waren bevreesd voor het volk. (Lukas 22:)
Ze zochten niet naar een manier om Jezus het zwijgen op te leggen, ze zochten naar een manier om Jezus helemaal uit de weg te ruimen. Er komt namelijk een religieus feest aan en dat willen ze niet gekaapt zien worden door Jezus. Het moet gewoon zoals altijd gaan, het moet een traditie blijven dat door niemand in de weg gezeten mag worden.
Dit is zo’n groot gevaar in de kerk, traditie. Hoe mooi en goed tradities ook zijn, zoals het Pascha, als de traditie belangrijker wordt dan God zelf dan gaat het fout. Want de traditie is slechts een uiting van iets veel diepers, van een veel grotere openbaring van God.
Ook waren de religieuze leiders bevreesd voor de mensen. Deze vrees is dubbelzinnig, ze waren bang dat de mensen werkelijk in Jezus begonnen te geloven en tegelijk waren ze bang dat zij hun waardigheid zouden verliezen onder de mensen. Het is een angst om hun populariteit te verliezen omdat er iemand anders is die meer populair is. Het lijkt wel politiek en dat is een ander gevaar voor de kerk van vandaag.
Zo gauw we als kerk een bureaucratische organisatie worden, vergeten we waar het werkelijk om draait. Dan zijn we zelfs bereidt om dat wat God wil doen onder ons uit de weg te ruimen. Soms moeten we onszelf afvragen wat wij gedaan zouden hebben als wij in die tijd hadden geleefd. Zouden wij Jezus ook weg willen hebben?