1 Een psalm van David, voor de koorleider, van Jeduthun.
2 Ik zal mijn wegen bewaren, zei ik,
zodat ik niet zondig met mijn tong;
ik zal mijn mond met een muilkorf bewaren,
zolang de goddeloze tegenover mij staat. (Psalm 39:1-2)
In de vorige overdenking hebben we naar aanleiding van deze verzen geconcludeerd dat wij een bewuste keuze moeten maken. Er zal altijd worden tegen gewerkt in ons leven ook na het kruis. En om ons hiertegen te kunnen verzetten moeten we een plan beramen, want het gaat niet vanzelf. En dat is wat David hier laat zien, een bewuste keuze om sterk te blijven staan in God.
En daarbij is onze mond enorm van belang. Het is geen klein onderdeel van ons lichaam, het is een wapen, een geestelijk wapen dat effect heeft. Met onze mond, maken we en breken we omstandigheden en mensen. Met onze mond bepalen we vaak de weg waar wij op wandelen. Jakobus vergelijkt onze mond niet voor niets het roer van een schip.
Het is spelen met vuur en daarom moeten we niet loslippig zijn, we moeten nadenken over wat we zeggen. Spreken is helemaal geen zilver, zwijgen is echt goud. Spreken wordt pas zilver als het de woorden van God zijn. Woorden die bemoedigen, worden die opbouwen. Want dat is wat de woorden van God in de bijbel ook doen.
Als jij jezelf wil beschermen tegen het kwaad dan moet je je net als David muilkorven. Jezelf beschermen tegen het kwaad dat uit je eigen mond komt. Stop met het uitspreken van de gedachten die negatief zijn, het is munitie voor het kwaad. Alle vloeken die in je opkomen over andere mensen, draai ze om en spreek zegen over hen uit.
Juist als er mensen zijn die je tegen staan, houd je mond. En dat is de keuze die David hier heeft gemaakt. Hij houdt zijn mond, zelfs als er alle reden is om zichzelf te verdedigen. En ook Jezus stond daar als een lam dat geleid werd naar de slachtbank. Dit is een houding waarmee we onszelf beschermen.