19 Laat over mij zich niet verblijden
wie om valse redenen mijn vijand zijn,
en laat niet heimelijk knipogen
wie mij zonder reden haten.
20 Want over vrede spreken zij niet,
maar tegen de stillen in den lande
bedenken zij bedrieglijke zaken.
21 Zij sperren hun mond wijd open tegen mij;
zij zeggen: Haha, ons oog heeft het gezien! (Psalm 35:19-21)
Als we iets van Davids leven kunnen leren is het wel dat God naar het hart kijkt. En dat ervoer David zelf op het moment dat hij door Samuel werd geroepen. Niemand die het voor hem opnam, niemand die hem serieus nam, alleen God. En dat is zo tekenend voor de relatie die David had met de Heere. Want zo was hij ook in gebed tot de God van hemel en aarde.
In deze verzen laat David zien dat de mensen die hem tegen staan de verkeerde motivatie hebben. Ze hebben niet een verlangen naar vrede, ze haten zonder reden, ze willen vijanden zijn om het vijand zijn. En David wil dat God daar een stokje voor steekt. Zij mogen in hun valse motivatie niet overwinnen. De leugen mag niet het einde zijn, het moet gestopt worden.
Wij moeten verlangen naar een oprecht hart, wij kunnen niet met valse motieven naar de kerk gaan. We gaan naar de kerkdienst omdat we God willen liefhebben, omdat we Zijn heiligheid willen zien. En elke andere reden, zij het onze vriendenkring of zelfs onze zakelijke netwerk, moet afwezig zijn. Want als dat er niet is zullen we langzaam terecht komen op de plek waar deze mensen zijn waar David het over had.
Want we moeten ons realiseren, het waren mensen die ook God kenden, ze waren ook joden. Ze kenden de verhalen van Mozes en de woestijn. En toch hadden ze valse motieven, ze hadden niet het verlangen om Gods werken te zien in het leven van de koning. Ze stonden hem tegen omdat ze niets anders wilden.
Een oprecht christelijk leven begint van binnen, wij moeten duidelijk hebben dat we geen valse motivaties hebben. We moeten niet verlangen naar het verlies van anderen. Wij moeten verlangen naar vrede, naar bevrijding, naar Gods liefde in het leven van de mensen om ons heen. En dat begint in oprecht gebed, verlangen naar Gods kracht in ons leven om vooral niet in haat te wandelen.