11 Omwille van Uw Naam, HEERE, lamed
vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot. (Psalm 25:11)
Dit gebeurt vrij vaak in de bijbel, mensen die God er op wijzen dat Zijn naam op het spel staat. Nu moeten we dat niet interpreteren alsof God bang is dat mensen verkeerd over Hem gaan denken. God vreest de publieke opinie van mensen niet, dat is de hedendaagse betekenis van een naam hebben. En dan hebben we het eigenlijk over populariteit en zeker mensen in een publieke functie (politiek, maar ook entertainment) hebben daar elke dag mee te maken.
God doet niet iets omdat hij populair wil zijn, Hij doet iets omdat Hij is Wie Hij is. En dat is ook de betekenis van een naam hebben in de bijbel. De namen die Jezus heeft zijn een beschrijving van Wie Hij is. Emmanuel, God met ons. Christus, de gezalfde. En zo zijn er nog vele andere namen waar men naar mag kijken. Het geeft aan Wie God is en dat is dus ook de naam waar David het hier over heeft.
David bidt tot God om zijn zonden te vergeven. En dat baseert hij dan niet op het recht op vergeven dat hij misschien denkt te hebben, hij baseert dat op de naam die God heeft. God is genadig, de bijbel staat er vol van. Denk aan Uw naam, denk aan Wie U bent als U kijkt naar mijn leven.
Wij moeten ook zo leren bidden, want dan leren wij staan in de juiste relatie met God. Hij moet in ons leven worden, Wie Hij werkelijk is. Sommige mensen maken van Hem een sinterklaas, andere mensen maken van Hem een dondergod en dan is Zijn Naam niet de naam die Hij hoort te hebben. Het gebed is dus niet zozeer dat we God er aan herinneren Wie Hij hoort te zijn, het is voor ons dat wij ons er aan herinneren Wie Hij is.
Het is David die bidt dat God aan Zijn naam denkt, want het is David die zichzelf er aan herinnert Wie God is in zijn leven. En David weet dat God genadig, Hij weet dat God er naar verlangt om te genezen en te vergeven. Omwille van Uw naam, vergeeft mij, want U bent genadig, verlos mij.