34 Hij maakt mijn voeten als die van hinden
en doet mij op mijn hoogten staan.
35 Hij oefent mijn handen voor de strijd
en leert mijn armen een bronzen boog spannen.
36 Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven,
Uw rechterhand heeft mij ondersteund,
Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt.
37 U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven,
mijn enkels hebben niet gewankeld. (Psalm 18:34-37)
Een paar verzen die we zo in een vechtfilm zouden kunnen tegenkomen. De training hoog in de bergen en het resultaat van een man die niet te verslaan is. Hij heeft alles onder controle, elke beweging in slow-motion en altijd raak. Is dat de zegen van God in het leven van David? Een vechtersbaas die zijn kracht krijgt van God?
Natuurlijk, in de context van de psalm begrijpen we dat David diep in de put zat, weinig hoop om te overleven. Hij zag in dat in eigen kracht hij het niet kon doen. En daarom schrijft hij alles toe aan zijn Heer die hem de kracht heeft gegeven om aan de dood te ontsnappen. En toch moeten we deze verzen een stap verder nemen en daarbij moeten we denken aan de woorden van Paulus in Efeze 6.
Want daar heeft Paulus het over de geestelijke wapenrusting en die hebben we nodig in onze geestelijke strijd. En als we nu deze verzen erbij nemen en beginnen te geloven dat het niet onze strijd is, maar die van God, dan zullen we die geestelijke wapenrusting vanuit een heel ander perspectief gaan zien.
Want die strijd is niet in onze kracht, maar in de genade kracht van God. Het is God die ons de voeten van een hinde geeft, het is God die ons het schild van Zijn heil geeft. We kunnen zo makkelijk overwinnen als we geloven dat het niet onze strijd is, maar die van God. En dat is wat we hier uit deze verzen moeten halen. God is onze overwinning en daarom is Jezus gekomen.
Hij geeft ons kracht, Hij laat ons vliegen als een arend. Hij geeft ons overwinning over het kwaad. Het is niet ons veelvuldig bidden, het is zelfs niet ONS geloof. Het is God die ons in Zijn kracht staande doet blijven in de geestelijke strijd. En als we dat nu eens gaan geloven dan zal ons geestelijk leven er heel anders uit zien. Want dan is het God die ons voorgaat in deze heerlijke overwinning. Dan is het niets in ons, maar alles in Hem waardoor we mogen blijven staan. En dan horen deze verzen niet in een vechtfilm thuis, deze verzen zijn dan de bron voor het geloof in onze overwinning.